Schutter Joods Museum in Washington aangeklaagd voor moord
De man (31) die ervan wordt verdacht woensdag een jong stel te hebben doodgeschoten bij het Capital Jewish Museum in Washington, wordt aangeklaagd voor moord. Er wordt onderzocht of hij werd gemotiveerd door haat en terrorisme. Dat zei waarnemend openbaar aanklager Jeanine Pirro donderdagavond.

Voor zijn daad kan de verdachte, een man uit Chicago, ter dood worden veroordeeld. Hij werd meteen na de schietpartij aangehouden en heeft volgens de politie bekend.
Het hoofd van de FBI, Kash Patel, betitelde de dodelijke aanval als een „daad van terreur”. De slachtoffers waren medewerkers van de Israëlische ambassade.
De verdachte was ooit verbonden aan een extreemlinkse groep in Chicago, de Partij voor Socialisme en Bevrijding, volgens deze groep op X. Maar naar eigen zeggen had de groep al zeven jaar geen contact meer met hem.
Hij werkte bij een organisatie voor gezondheidszorg, de American Osteopathic Information Association, die medeleven met de slachtoffers uitte en de schietpartij als een „vreselijke misdaad” bestempelde.
De verdachte is donderdag voorgeleid en voor 18 juni staat een voorlopige hoorzitting gepland.
De Amerikaanse president Donald Trump en de Israëlische premier Benjamin Netanyahu belden donderdag met elkaar over de dodelijke schietpartij. Tijdens het telefoongesprek kwam volgens het Witte Huis ook onder meer Iran aan bod.
De twee leiders hadden volgens Trumps woordvoerder Karoline Leavitt een „productieve discussie”. Een van de onderwerpen die werden besproken was ook een mogelijke deal met Iran. Die gesprekken „gaan de goede kant op”, aldus Leavitt.
De Israëlische ambassade in Nederland is „diep geschokt en bedroefd” door de schietpartij en sprak donderdag in een verklaring van een „laffe aanslag”. „Moge de herinnering aan Yaron Lischinsky en Sarah Lynn Milgrim tot zegen zijn. In gedachten zijn we bij hen en hun dierbaren”, staat in de verklaring.
De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Gideon Saar had kritiek op Europese landen naar aanleiding van de schietpartij door iemand die opriep tot een vrij Palestina. „Er is een directe lijn te trekken tussen antisemitische en anti-Israëlische opruiing en deze moord”, zei minister Saar. „Deze opruiing komt ook van leiders en functionarissen van vele landen en internationale organisaties, met name uit Europa.”
De Franse regering noemde de kritiek „volstrekt belachelijke en volstrekt onterechte opmerkingen”. Woordvoerder Christophe Lemoine van het ministerie van Buitenlandse Zaken zei: „Frankrijk veroordeelt iedere antisemitische daad altijd en ondubbelzinnig, in het verleden, nu en in de toekomst.”
De Franse minister Bruno Retailleau vroeg de politie om een aanscherping van de beveiliging bij Joodse locaties.