Volgens Van Buren is de hoofdstad financieel gezond, maar moet het college door de rijksbezuinigingen en een tegenvaller vanuit het gemeentefonds „scherpe keuzes maken” en kunnen alleen de „meest noodzakelijke investeringen” worden gedaan. Op de begroting van 2025 reserveerde de gemeente 100 miljoen euro om tegenvallers vanuit het Rijk op te vangen. Daarvan is nog 10 miljoen over, zo blijkt donderdag.

Een kabinetsbezuiniging die Amsterdam raakt, is de grote bezuiniging op onderwijs, aldus Van Buren. „Dit dwingt het college tot pijnlijke keuzes, waardoor bijvoorbeeld straks niet alle kinderen op hun tweede naar de voorschool kunnen. Het college maakt een uitzondering voor kinderen met kans op een ontwikkelachterstand.” Wel is er geld over voor armoedebestrijding en het verzachten van de rijksbezuinigingen op kunst en cultuur.

Verder worden de gemaakte kosten van 2,8 miljoen euro rond de technische problemen met AFIS opgenomen. In januari ontstond een betalingsachterstand van duizenden facturen door problemen met dat nieuwe financiële systeem van de gemeente en moesten extra mensen worden ingezet. Inmiddels verlopen de betalingen weer normaal. De totale kosten schat de gemeente op 5,8 miljoen euro.

Het college wil bij de komende begroting lastenverhogingen voorkomen en het nieuwe college in 2026 niet met tekorten opzadelen. Hiervoor moeten de kosten van de ambtelijke organisatie omlaag. De wethouder verwacht „aanzienlijk” te moeten bezuinigen, zei ze bij de presentatie. „Het zijn zware tijden, dus dan moet je ook naar je eigen organisatie kijken.”

De gemeente maakt een plan om de organisatie simpeler en efficiënter in te richten, bijvoorbeeld met minder kantoren. Meer informatie over de bezuinigingen wordt in de begroting van 2026 bekendgemaakt.

De voorjaarsnota wordt op 10 juli besproken in de gemeenteraad.