Verzet uit oppositie tegen geheimhouden ambtsbericht over Syrië
Binnen de oppositie is verzet tegen het besluit om het ambtsbericht over Syrië niet openbaar te maken. Dat rapport over de veiligheidssituatie wordt eind mei verwacht en is belangrijk, omdat op basis hiervan asielminister Marjolein Faber (PVV) besluit of het land veilig genoeg is om gevluchte Syriërs terug te sturen. Na de val van het regime van president Bashar al-Assad eind vorig jaar zijn de omstandigheden in het land verbeterd. In het land woedde jarenlang een burgeroorlog.
Buitenlandminister Caspar Veldkamp (NSC) heeft maandagavond in een Kamerbrief gemeld dat ambtsberichten in beginsel niet meer actief gepubliceerd worden. Dat was al een voornemen van PVV, VVD, NSC en BBB toen zij een kabinet vormden. Begin april besloten Veldkamp en Faber dit in te voeren, is te lezen in een bijgevoegd ambtelijk advies. Sindsdien zijn de ambtsberichten van Jemen en Eritrea ook niet openbaar gemaakt, aldus een woordvoerster van Veldkamp.
Tweede Kamerlid Kati Piri van GroenLinks-PvdA diende dinsdag een motie in om het ambtsbericht over Syrië toch te openbaren, omdat de inhoud gevolgen kan hebben voor tienduizenden Syrische vluchtelingen in Nederland. De coalitiepartijen spraken eerder al af dat ze Syriërs willen terugsturen naar (veilige delen van) het moederland, ook al hebben ze een verblijfsstatus. Mede daarom waren alle ogen gericht op juist dit ambtsbericht van Buitenlandse Zaken, waarin verschillende bronnen een beschrijving geven van de actuele omstandigheden.
Piri wijst erop dat het volgens Nederlands en Europees recht niet is toegestaan de motivering van een besluit geheim te houden. Piri en ook D66 verwachten dat velen dan ook naar de rechter zullen stappen.