Tussen bommen en bedden zorg verlenen in Gaza
Door de allesvernietigende oorlog in de Gazastrook is er van het zorgsysteem weinig meer over. Fysiotherapeut Guido Versloot vertelt hoe het is om er als zorgverlener te werken.

Versloot werkt sinds 2012 voor het Rode Kruis in oorlogsgebied. In januari en februari 2024 verleent hij zorg in het Europees Ziekenhuis in het zuiden van de Gazastrook.
Het is alleen al een uitdaging om het ziekenhuis te bereiken, vertelt Versloot woensdag op een zorgcongres in Amsterdam, georganiseerd door onder meer Medisch Contact. Omdat een rechtstreekse vlucht niet mogelijk is, neemt hij het vliegtuig naar de Egyptische hoofdstad Caïro. Daarvandaan reist hij met de auto naar de grensovergang bij Rafah.
Bij het naderen van de grens valt de lange rij vrachtwagens met hulpgoederen hem op. „Als je vijftig minuten langs zo’n kolonne rijdt, denk je: er zijn hulpgoederen genoeg. Alleen komen de auto’s niet vooruit.”
Bij de grensovergang wordt hij streng gecontroleerd. „Onze auto’s mochten de grens niet over. We werden daarom in een bus gezet. We mochten alleen persoonlijke bezittingen meenemen. In totaal nam de controle zes uur in beslag.”
Explosies
Eenmaal in de Gazastrook ziet hij weinig beschadigde gebouwen. Ook komt hij langs een drukbezochte markt. De situatie valt hem erg mee. „Wel was er altijd rook en het geluid van explosies op de achtergrond.”
Het ziekenhuis blijkt overvol te zijn. „Het was veranderd in een vluchtelingenkamp met 20.000 mensen. In de gangpaden kon je nauwelijks lopen. Overal waren mensen.”
Vanwege de aanwezigheid van het Rode Kruis wanen mensen zich er veilig. Onterecht, zo bleek afgelopen woensdag nog. Bij een Israëlische raketaanval op de kliniek kwamen zeker zestien mensen om het leven en raakten zeventig mensen gewond. Volgens Israël zouden commandoposten van Hamas zich onder het complex bevinden. Een dag eerder werd al het nabijgelegen Nasserziekenhuis getroffen. Daarbij kwamen 28 mensen om het leven.

Drukplekken
De patiënten die Versloot aantreft liggen de hele dag in bed. „Als fysiotherapeut doet dat pijn aan je ogen. Je ziet mensen met drukplekken of met contracturen (dwangstanden, MC) in de knieën. Mijn grootste uitdaging was: hoe krijg ik hen in beweging?”
Een van de patiënten is Zacharia. De jongeman loopt derdegraads brandwonden op als het huis waarin hij zich bevindt in brand vliegt na een Israëlisch bombardement.
In het ziekenhuis ligt Zacharia de hele dag in bed. „Het eerste wat ik probeerde was zijn knieën en rug zo te krijgen dat hij weer kon staan. Dat ging stapje voor stapje en duurde een paar weken.”
Na zestien maanden kan de jongeman het ziekenhuis verlaten. „Een klein wonder, want we hadden niet verwacht dat hij zijn verwondingen zou overleven. Een huidtransplantatie was bijvoorbeeld niet mogelijk omdat hij nergens meer gezonde huid had.”
Diabetes
Minder goed loopt het af met Mohammed. De man komt na een bombardement onder het puin terecht. Om hem te bevrijden, moeten zijn benen worden geamputeerd. Daarna ligt hij een tijd lang in het ziekenhuis voor herstel.
„Het was een wat narrige man”, vertelt Versloot. „Dat veranderde compleet toen we een rolstoel voor hem hadden geregeld en hij zijn bed kon verlaten. Hij bleek superaardig en hielp anderen.”
Op een gegeven moment gaat de gezondheid van de man achteruit. „Hij bleek diabetes te hebben en de insuline was op. Een paar dagen later leefde de man niet meer.”
Versloot moet tijdens het vertellen van zijn verhaal moeite doen om zijn tranen te bedwingen. „Ik was zó kwaad. Ik zag de rij met vrachtwagens in gedachten weer voorbijkomen. Vol met medicijnen en andere goederen. Mohammed had niet hoeven overlijden. En hij is niet de enige met diabetes.”
Na twee maanden neemt Versloot afscheid van het ziekenhuis. „Ik was totaal uitgeput en blij dat ik naar huis kon. Tegelijk besefte ik dat veel collega’s en patiënten niet weg konden.”
Onderweg schrikt hij van wat hij aantreft. „De markt was verdwenen. Het plein was één groot vluchtelingenkamp geworden. Er waren bijna geen onbeschadigde huizen meer. Het verschil tussen begin januari en eind februari was gigantisch. We dachten: erger dan dit is nauwelijks mogelijk. Maar we weten dat de situatie op dit moment veel schrijnender is.”
Schoffering
Al twee maanden komt er geen paracetamol de Gazastrook binnen, stelt Karel Hendriks, directeur van Artsen zonder Grenzen en voormalig veldwerker, op het congres in Amsterdam. „We zijn bijna door onze voorraden medicatie en materialen voor bloedtransfusies heen.”
Bovendien zijn hulpverleners hun leven niet zeker. Hendriks: „Schoffering van het oorlogsrecht is aan de orde van de dag. Door Israël, maar ook door Hamas die vlak bij klinieken raketten afvuurt. Honderden artsen en verpleegkundigen zijn in Gaza omgekomen, onder wie elf van mijn collega’s. Gisteravond werd het Nasserziekenhuis voor de tweede keer getroffen. Sinds het begin van de oorlog hebben onze artsen twintig ziekenhuizen moeten verlaten omdat het er te onveilig werd.”
Volgens Javid Abdelmoneim, medisch teamleider bij MSF, de internationale tak van Artsen zonder Grenzen, is Israël uit op het vernietigen van de gezondheidszorg in Gaza. „Ziekenhuizen worden gericht aangevallen. Patiënten in bed zijn het doelwit. In acht dagen tijd zijn we meerdere veldhospitalen kwijtgeraakt. Drie van de vijf plastisch chirurgen die we hadden zijn gedood. Veel ambulances staan stil omdat de brandstof op is.”
Jasper Kuipers, directeur van Dokters van de Wereld, laat een video zien gemaakt door zijn team in Gaza. Iemand houdt een foto vast van een lachende arts. Het betreft dr. Maisara, „een van de beste artsen die we hadden”. Hij kwam om het leven door een bom. Een andere arts, dr. Israa, moest haar man begraven. Verpleegkundige Ismail verloor haar dochter, vader, broer en zus tijdens de oorlog. „Maar ze werkt door. We blijven hulp bieden ondanks de verliezen.”
Videobellen
Dr. Adam Anas, infectioloog bij het Erasmus MC, vertelt over een project waarbij artsen patiënten in Gaza op afstand proberen te helpen met medicatie, medisch advies of psychische ondersteuning. Inmiddels zijn meer dan 200 artsen aangesloten bij het Gxza Health-project. Patiënten kunnen zich inschrijven, waarna vrijwilligers de aanvragen bekijken en uitzetten in WhatsAppgroepen. Artsen kunnen zo met patiënten in contact worden gebracht. Anas: „Vorig jaar lukte het soms om te videobellen. Momenteel verloopt de communicatie meestal via audioberichten. Soms krijg je foto’s van een dik been of verslagen van labonderzoek toegestuurd.”
Tot nu toe zijn meer dan 7700 patiënten uit Gaza geholpen. Het gaat bijvoorbeeld om hart-, nier- of diabetespatiënten. Niet altijd kunnen artsen op afstand wat voor ze betekenen. „Ik ben maanden niet actief geweest omdat het zo frustrerend was om niets te kunnen doen”, vertelt Anas. Toch gaat hij ermee door. „Mensen zijn zó dankbaar. Ze voelen zich enorm gesteund als iemand uit de andere kant van de wereld hen wil helpen.”