Hoeveel arbeidsmigranten kan Nederland nog aan?
Grip op arbeidsmigratie. Dat klinkt makkelijker dan het is. Hoe nuttig is het om te dimdammen over het maximumaantal arbeidsmigranten als niemand weet hoeveel er op dit moment in Nederland zijn?

„Het is hard nodig grip te krijgen op arbeidsmigratie.” De toon uit het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB is helder. Voor arbeidsmigranten geldt hetzelfde credo als asielzoekers: het aantal buitenlanders dat een kortere of langere periode in Nederland verblijft voor werk kan niet langer ongebreideld groeien.
Arbeidsmigranten bezorgen de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om twee redenen kopzorgen. Een deel van de buitenlandse werknemers wordt slecht behandeld, of zelfs uitgebuit door werkgever of uitzendbureau. Wettelijke minimumnormen en redelijke standaarden voor loon, huisvesting, zorg en vervoer worden daarbij overtreden.
Daarnaast maken arbeidsmigranten gebruik van Nederlandse voorzieningen. Er is woningnood. Het knelt in de gezondheidszorg. Vanuit demografisch opzicht roept dat voor de middellange termijn de vraag op: hoeveel kan Nederland aan? Hoeveel inwoners kunnen er nog bij?
Onderzoeksinstituut SEO schat het aantal arbeidsmigranten op circa 800.000
Grip op arbeidsmigratie: het is makkelijker gezegd dan gedaan. Dat blijkt alleen al daaruit dat de administratie –het bevolkingsregister– niet op orde is. Hoe nuttig is het om te dimdammen over richtgetallen, bandbreedtes, maatregelen, beleid en demografie, als onduidelijk blijft hoeveel arbeidsmigranten er op dit moment in Nederland zijn?
Kanttekeningen
Overheid en onderzoeksbureau moeten het antwoord schuldig blijven. Bij ieder geregistreerd getal of gerapporteerd cijfer vallen kanttekeningen te plaatsen. De inschattingen lopen dan ook behoorlijk uiteen: van enkele honderdduizenden tot meer dan een miljoen.
Het kabinet houdt het erop dat er 288.065 arbeidsmigranten in Nederland zijn, afkomstig uit de EU en daarbuiten. Gezinsmigranten meegerekend komt het totaal op 429.955. Deze cijfers komen uit het bevolkingsregister.
Lang niet iedere arbeidsmigrant schrijft zich bij aankomst netjes in
Onderzoeksinstituut SEO schat het aantal arbeidsmigranten op circa 800.000. Het valt echter niet uit te sluiten dat er ook asielzoekers of studenten meegeteld zijn die binnen twee maanden na aankomst in Nederland werk vonden. Volgens onderzoeksbureau KBA Nijmegen verblijven er niet minder dan 984.169 arbeidsmigranten in Nederland. Ook dat getal stuit op mitsen en maren.
Probleem
Het raadsel zou in één klap opgelost zijn als alle arbeidsmigranten zich bij aankomst netjes zouden registreren in de Basisregistratie Personen (BRP). Dat is per slot van rekening wettelijk verplicht bij een verblijf van langer dan vier maanden in Nederland.
Het probleem is: lang niet iedere arbeidsmigrant doet dat. Slechts de helft van het aantal arbeidsmigranten uit een ander Europees land laat zich registreren in het BRP, blijkt uit een recente studie van het aan de Erasmus Universiteit gelieerde onderzoeksinstituut Risbo Research.
Een deel van de niet-geregistreerde arbeidsmigranten voert aan dat zijn verhuurder inschrijven niet toestaat
Ruim een kwart zegt niet te weten of zijn of haar naam ergens in het bevolkingsregister terugkomt, 17 procent bekent nergens ingeschreven te staan. Een kleine minderheid (8 procent) staat geregistreerd als ”niet-ingezetene”: een subregister binnen het BRP voor personen die korter dan vier maanden in Nederland verblijven.
Weet niet
Het valt niet uit te sluiten dat een deel van de ”onwetenden” in werkelijkheid mogelijk toch ingeschreven staat. Zij zouden bij het invullen van de vragenlijst gemakshalve ”Weet niet” aangevinkt hebben, omdat het verschil tussen een registratie als ingezetene of niet-ingezetene hun niet duidelijk is. Of ze herinneren het zich niet meer, omdat het al langer geleden is.
Desondanks geven de genoemde percentages volgens de onderzoekers een betrouwbaar beeld van de registratiegraad onder Europese arbeidsmigranten met een laag inkomen (maximaal 130 procent van het wettelijk minimumloon).
Traag
Verdampt het niet-registratieprobleem naarmate de tijd vordert? Arbeidsmigranten schrijven zich wellicht alsnog in zodra ze hun draai gevonden hebben?
Naarmate arbeidsmigranten langer in Nederland verblijven, neemt het aandeel inschrijvingen inderdaad toe. Maar dat gaat traag. Van de laagbetaalde Europese arbeidsmigranten uit het Risbo-onderzoek staat de helft na een jaar tijd nog niet in het bevolkingsregister. Het aandeel dat hun wettelijke plicht nakomt, blijft na vijf jaar nog altijd steken op 70 procent.
Verder valt op dat EU-arbeidsmigranten die beter verdienen zich meestal (82 procent) wel inschrijven in het BRP.
App
Er is in de achterliggende jaren een aantal maatregelen getroffen om de administratie op orde te krijgen. Als een arbeidsmigrant zich wil laten registreren als ”niet-ingezetene”, omdat hij nog niet weet of hij korter of langer dan vier maanden in Nederland wil verblijven, wordt hem gevraagd naar zijn tijdelijk verblijfadres. De meeste arbeidsmigranten geven hun verblijfsgegevens vrijwillig op, blijkt uit de praktijk.
Dat helpt gemeenten; zij zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor toezicht op de huisvesting van arbeidsmigranten. Het blijft echter een grote uitdaging om de adresgegevens actueel te houden. Een arbeidsmigrant die in korte tijd vijf keer verhuist, is geen uitzondering. Daarom wordt er gewerkt aan een app, waarmee een arbeidsmigrant zijn nieuwe verblijfadres kan doorgeven.
Toch zijn deze verbeteringen niet voldoende. Van enkele honderdduizenden arbeidsmigranten is vooralsnog onduidelijk waar ze verblijven, stelt minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Werk aan de winkel, dus. „Ondanks dat er meerdere maatregelen zijn en worden genomen, is het zicht op arbeidsmigranten nog onvoldoende verbeterd”, weet de minister.
Een registratieplicht vanaf dag één staat Brussel niet toe
Uitzendbureaus zijn er daarom voortaan medeverantwoordelijk voor dat hun buitenlandse arbeidskracht zich registreert in het bevolkingsregister. Minister Van Hijum loodste daartoe onlangs een wetswijziging door de Tweede Kamer. Een uitzendbureau is verplicht om een juiste inschrijving te bevorderen én om na verloop van tijd vast te stellen of dat gebeurd is.
Wat de consequenties zijn als de wet niet nagekomen wordt, blijft vooralsnog boven de markt hangen. Ook is nog onduidelijk of een uitzendbureau verplicht wordt melding te maken bij de gemeente als hij redelijkerwijs het vermoeden heeft dat zijn uitgeleende arbeidsmigrant niet goed geregistreerd staat.
Verhuurder
Hoewel de duimschroeven voor uitzendbureaus aangedraaid worden, is het nog maar de vraag of het registratieproces daarmee vlotgetrokken wordt. Arbeidsmigranten die niet bij een uitzendbureau in dienst zijn, vallen buiten het bereik van de maatregel.
Registratie levert een arbeidsmigrant een burgerservicenummer (bsn) op. Zonder bsn kan een arbeidsmigrant geen bankrekening openen of zorgverzekering afsluiten. Een werkgever heeft de bewuste negen cijfers nodig om loonaangifte te kunnen doen.
Een substantieel deel van de arbeidsmigranten houdt zich, ondanks de voordelen, bewust onder de radar. Uit het eerder genoemde Risbo-onderzoek blijkt dat 23 procent van de niet-geregistreerden zich niet wíl inschrijven; 20 procent voert aan dat de verhuurder dit niet toestaat.
Er liggen nog twee onuitgewerkte ideeën op de plank die minister Van Hijum mogelijkheden bieden om op te treden. Een registratieplicht vanaf de dag van aankomst mag dan vanwege Europese wetgeving verboden zijn, een verplichte aanwezigheidsmelding komt er het dichtst bij in de buurt. Dat is niet in strijd met Brusselse regelgeving, is eerder uitgedokterd. In België hebben ze er ervaring mee.
Daarnaast kunnen onjuist geregistreerde arbeidsmigranten via de loonaangifteketen opgespoord worden. Een buitenlandse arbeidskracht die langer dan vier maanden inkomsten doorgeeft, maar niet in het BRP ingeschreven staat, doet iets verkeerd.
Minister Van Hijum is nog onderzoekende. Aan draagvlak in de Tweede Kamer zal het in ieder geval niet liggen, daar staan alle seinen op groen.