Weer een crisis, een oorlog zelfs
Zijn we met de wereldeconomie in een nieuwe crisis verzeild geraakt? Als we zelfs spreken over een oorlog, zou je dat wel denken – al worden er gelukkig geen militaire middelen ingezet.

Het gaat nu om een strijd met het wapen van invoerheffingen: economisch geweld dus, een oorlog in de sfeer van de internationale handel ofwel een handelsoorlog. Die vormt een bedreiging voor stabiliteit en welvaart, wat een situatie is die we al vaker beleefden in het eerste kwart van deze eeuw.
In 2008 barstte de bom in de financiële sector: de kredietcrisis. In de Verenigde Staten was te kwistig gestrooid met riskante hypotheken. Het leidde tot een sneeuwbaleffect, overal kwamen banken in problemen. Overheden moesten miljarden spenderen om ze overeind te houden.

In de nasleep bleek dat Griekenland een veel te hoog begrotingstekort had opgebouwd. Beleggers weigerden nog langer de benodigde staatsobligaties te kopen, uit angst hun geld nooit meer terug te zien: de schuldencrisis. Het voortbestaan van de euro stond op het spel.
Vervolgens brak er een levensgevaarlijk virus uit. De voor de bescherming van onze gezondheid noodzakelijke lockdowns verlamden in 2020 en 2021 de bedrijvigheid: de coronacrisis.
Die was nauwelijks voorbij toen Poetin Oekraïne binnenviel. De toevoer van gas stokte, de prijs van brandstof vloog omhoog. Een energiecrisis diende zich aan. De rekening voor particulieren en ondernemingen steeg naar exorbitante niveaus.
Schade
Het betrof vier spannende episodes waarvan we achteraf echter kunnen vaststellen dat zij uiteindelijk geen grote, blijvende gevolgen hadden. Economieën bleken weerbaar en robuust genoeg om de schokken te verwerken, mede dankzij het feit dat regeringen ruimhartig de portemonnee trokken. Hoe het ditmaal zal uitpakken, moeten we afwachten, maar dat er schade optreedt staat vast.
In ieder geval verschilt wat zich nu afspeelt op twee punten van de vorige crises. Zo is de huidige bewust veroorzaakt door een overheid, door één persoon, met het vooropgezette doel de handelsstromen in wanorde te storten. Een economische reden voor de agressieve aanpak van de Amerikaanse president Donald Trump ontbreekt. De VS kennen immers een gezonde groei, geen hoge werkloosheid, een gematigde inflatie.
Het wispelturige beleid van de president zal dat positieve beeld juist verstoren. Ook al worden er de komende tijd misschien handelsakkoorden gesloten, de rest van de wereld kijkt voortaan met argwaan naar Amerika, naar de dollar en naar het beleggen in staatspapier van die grootmacht. Door de vijandige benadering lijkt het vertrouwen weg.
De rest van de wereld kijkt voortaan met argwaan naar Amerika, naar de dollar en naar beleggen in staatspapier van die grootmacht
Wat, daarmee samenhangend, eveneens anders is: in de eerdere heftige periodes zochten landen, overheden en leiders de samenwerking om door overleg en onderlinge afstemming het tij te keren en de risico’s en gevaren het hoofd te bieden. Ditmaal is er sprake van een conflict: een aanstichter tegenover partijen die hij belaagt, geen gezamenlijke, maar tegengestelde belangen. Dat alles maakt de handelscrisis, om die aanduiding te gebruiken, extra schrijnend.
De auteur is oud-redacteur economie van het RD.