Nederlandse techindustrie hard getroffen door handelsoorlog
De technologische industrie in Nederland wordt hard getroffen door de wereldwijde handelsoorlog. Dat concludeert ondernemersorganisatie FME op basis van een enquête onder 248 bedrijven uit de sector. De Amerikaanse importheffingen leiden niet alleen tot veel onzekerheid, ook stellen bedrijven investeringen uit. FME roept dan ook op tot actie van de overheid om de industrie te beschermen.
FME vertegenwoordigt 2200 leden uit de techindustrie, waaronder chipmachinefabrikant ASML en zorgtechnologieconcern Philips. Uit de enquête van de organisatie komt naar voren dat bijna zes op de tien bedrijven investeringen uitstellen als de handelsspanningen langer aanhouden. Met alle gevolgen van dien, legt voorzitter Theo Henrar van FME uit. „Ondernemers hebben vertrouwen en voorspelbaarheid nodig om te investeren. Als dat ontbreekt, wordt de rem ingetrapt. Investeringen uitstellen klinkt onschuldig, maar legt uiteindelijk de hele keten stil, van toeleverancier tot eindklant.”
Ondernemers geven onder andere aan vooral een daling van de export te verwachten. Ook heerst er onzekerheid over de afgesproken inkoopprijzen. Bijna de helft van de ondervraagde bedrijven die naar de Verenigde Staten exporteren houdt rekening met een afname van de afzet, gemiddeld met 43 procent. Daarnaast spelen er zorgen over goedkope producten uit China die op de Europese markt gedumpt worden.
Een van de grootste pijnpunten van de bedrijven zit bij de veranderlijkheid van het handelsbeleid van de Amerikaanse president Donald Trump. „Na honderd dagen Trump zien we dat onzekerheid bedrijven dwingt om investeringen uit te stellen. Nederland en de EU mogen zich niet in slaap laten sussen”, zegt Henrar. „We moeten nu doorpakken: onderhandelen waar mogelijk, beschermen waar nodig, en nieuwe handelsakkoorden sluiten.”