Eis: zeven jaar cel voor Samir A.
Het openbaar ministerie (OM) heeft donderdag voor de rechtbank in Rotterdam zeven jaar cel geëist tegen de 18-jarige terreurverdachte Samir A.
Het openbaar ministerie (OM) verdenkt A. van de voorbereiding van aanslagen in Nederland op onder meer de Tweede Kamer, de kerncentrale in Borssele, Schiphol, het ministerie van Defensie en het gebouw van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in Leidschendam.
Bij doorzoekingen van zijn huis vond de politie plattegronden van deze locaties. Die waren voorzien van aantekeningen over bijvoorbeeld de bewaking van deze objecten en een eventuele noodzaak voor het gebruik van een auto. Ook trof de politie enorme hoeveelheden radicaal islamitisch materiaal aan, waaronder informatie hoe je aanslagen kunt plegen en fragmenten van het doodschieten en onthoofden van een persoon.
Tijdens het formuleren van zijn strafeis gaf de aanklager aan dat hij wil dat de rechter zowel het actieve als passieve kiesrecht van A. afneemt, een vrij uitzonderlijke stap van het OM. Justitie wil dit omdat de verdachte heeft geprobeerd de Nederlandse democratie te verzieken.
„Met dit soort acties wordt beoogd om de Nederlandse rechtsstaat te ontwrichten en angst en tweedracht te zaaien in onze samenleving. Personen met dergelijke sinistere voornemens willen zichzelf boven of buiten onze rechtsorde plaatsen", concludeerde officier van justitie R. Lambrichts. Hij voerde aan dat de verdachte de Nederlandse nationaliteit heeft en daarom zijn recht om te kiezen en gekozen te worden, moet verliezen.
Lambrichts: „Naast de principiële kant van de zaak moet ook worden voorkomen dat de verdachte straks een icoon gaat worden van een eventuele radicale islamitische politieke stroming in Nederland. Het valt hem zwaar aan te rekenen dat hij in de samenleving gevoelens van angst heeft teweeg gebracht".
Justitie vermoedt dat Samir A. deel uitmaakt van de vermeende terreurorganisatie de Hofstadgroep. Daarvoor vervolgt het OM hem in dit proces nog niet, omdat het onderzoek naar deze veronderstelde terreurgroep nog lange tijd gaat duren. Wel blijft deze aanklacht voorlopig boven zijn hoofd hangen.
Justitie heeft nog geen beslissing genomen of Samir A. in een later stadium alsnog voor deze verdenking voor de rechtbank moeten verschijnen. Op dit moment zitten er twaalf verdachten in voorlopige hechtenis wegens hun vermoedelijke betrokkenheid bij de Hofstadgroep. Lambrichts wees er woensdag nog nadrukkelijk op dat deze groep „dezelfde club is", die mogelijk op een of andere manier betrokken is geweest bij de moord op Theo van Gogh.
De aanklager zei verder dat A. zijn leven in dienst van het geloof heeft gesteld en dat de kans dat hij verder gaat met het voorbereiden van aanslagen als hij weer vrij komt, hoger dan gemiddeld tot hoog is. „Het is wrang dat we bijna niets kunnen doen om dit te voorkomen", constateert Lambrichts.
Als de rechtbank in Rotterdam Samir A. inderdaad tot zeven jaar veroordeelt, komt hij met aftrek van zijn voorarrest over ruim vier jaar weer op vrije voeten. Daar tegenover staat dat hij binnen die tijd nog kan worden veroordeeld voor zijn vermoedelijke betrokkenheid bij de Hofstadgroep.
Aan de vervolging van A. ging een lange weg vooraf. De politie arresteerde hem samen met vier medeverdachten al een keer op 17 oktober 2003, ook wegens vermoedelijke voorbereidingen van terroristische aanslagen. Het OM zag zich toen genoodzaakt hem kort daarna weer vrij te laten wegens gebrek aan bewijs. Die medeverdachten brengt justitie overigens nu ook in verband met de Hofstadgroep.
Minister Donner van Justitie stelde in december 2003 dat deze vijf mannen ook banden hadden met een man die betrokken was bij aanslagen op 16 mei 2003 in Casablanca. Door de terroristische acties op restaurants, een hotel en joodse doelen kwamen toen 45 mensen om.
Als Samir A. wordt veroordeeld voor het beramen van aanslagen in Nederland, dan is het voor het eerst dat een verdachte voor dit vergrijp in ons land wordt gestraft.