„We kunnen in de voortuin landen”
De vliegtuigjes zien er klein en simpel uit. Spanwijdte een meter of tien, een buizenframe van aluminium, bekleed met kunststof of aluminium, een lichte motor en een eenvoudig instrumentarium. „Een straaljagerpiloot ziet ons niet eens, voor hem staan we stil in de lucht.”
De verhalen in de kantine gaan over, hoe kan het anders, de crash in Groningen en over vluchten die ze gemaakt hebben. „Ik was in Stadskanaal toen ik hoorde dat er een F-16 verongelukt was. Ik reageerde met: Dat gebeurt wel vaker. Maar deze was in botsing gekomen met een ultralight. Ze waren verslagen daar.”
In de hangar blijkt dat een ultralight-vliegtuig eruitziet als een sportvliegtuig. „De tijd van een deltavleugel met een bakje eronder waaraan een paar fietswielen en een grasmachinemotortje zaten, is voorbij. De toestellen zijn nu professioneel gebouwd”, zegt R. M. Boer, instructeur bij vliegschool Skyriders, gevestigd op luchthaven Lelystad. „Het startgewicht is slechts 450 kilo, terwijl een sportvliegtuig ruim twee keer zoveel weegt.”
Wat bezielt mensen om in zo’n licht ding te stappen? „Er zijn twee redenen om in een ultralight-vliegtuig, een ULV, te stappen: vliegen is absoluut leuk, je houdt van vliegen, en het is het goedkoopste om dat in een ULV te doen. Als je met een paar mensen samen zo’n toestelletje koopt, is het goed te doen.”
Boer benadrukt dat het veel gevaarlijker is om in een auto te stappen dan in een ULV. „Als de motor van mijn toestel uitvalt, dan zweef ik rustig verder. Zit ik op 400 meter hoogte, dan duurt het ruim 5 kilometer voordat ik aan de grond ben. In een beetje voortuin kan ik landen. Meer heb ik niet nodig, want mijn landingssnelheid is heel laag. Daarom zeg ik leerling-vliegers ook om iedere tien minuten even uit te kijken naar een plek voor een noodlanding. En wordt het echt nood -er breekt bijvoorbeeld een vleugel af-, dan heeft het vliegtuig een parachute met raket op de rug waarmee hij redelijk zacht kan landen.”
Daar komt volgens Boer nog bij dat een hobbyvlieger in een ULV meer ervaring opdoet dan in een gewoon sportvliegtuig. „Wij kunnen veel meer vlieguren maken voor hetzelfde geld. Een toestel kost nieuw 45.000 tot 70.000 euro en dat is heel wat minder dan een sportvliegtuig. Bovendien is het vliegen ermee veel goedkoper.
Voor het behouden van je brevet ben je verplicht per twee jaar twaalf uur te vliegen en een trainingsvlucht met een instructeur te maken. Dat is echt weinig om ervaring op te bouwen. Met een ULV maak je al gauw heel wat meer uren in de lucht.”
Een vliegbrevet halen op het niveau van een verkeersvlieger kost een leerling heel wat inspanning. De regels schrijven voor dat hij binnen twaalf maanden de theorie en binnen drie jaar het praktijkexamen moet halen, anders begint hij weer van voren af aan. Elke dag enkele uren zelfstudie, twintig avonden theorieles en minimaal dertig uur vliegen, en dan examen doen. „Dertig uur is echt het minimum. Meestal gaat het richting de vijftig voordat alle noodprocedures en het aanvliegen van vliegvelden voldoende geoefend zijn.”
Kan iedereen voor een vliegbrevet gaan? „Snelle jongens die zich op de weg niets van snelheidsbeperkingen aantrekken, hebben niet de juiste mentaliteit voor het vliegen. Zoek je in je toestel steeds de grenzen op, dan kan je vliegtuig een keer onbeheersbaar worden. Die gasten willen we niet”, zegt Boer nadrukkelijk.
Aan de zichtbaarheid van de kleine luchtridders wordt gewerkt. „Dankzij een transponder zijn onze toestellen zichtbaar voor andere vliegtuigen. Dit apparaat zendt een signaal uit waardoor we op het radarscherm van anderen steeds zichtbaar zijn. Maar deze transponder heeft nog niet iedere ULV, want hij is nog niet verplicht”, zegt Boer. „Mogelijk krijgen onze vliegtuigen ook nog een apparaatje dat een hele felle flits geeft.”
Enigszins verontwaardigd klinkt Boer als hij het heeft over de in zijn oog overdreven veiligheidsregels: „Ieder jaar moet ik naar Soesterberg voor een medische keuring. Dan krijg ik van die plakkers bij mijn hart en aan mijn hoofd. Ze trekken me helemaal uit elkaar.”
Het onderhoud aan de toestellen mag Boer zelf doen, onder toezicht van een grondwerktuigkundige. „Je mag niets aan het vliegtuig veranderen. Steekproefsgewijs komen ze onverwachts langs om te keuren. Heus, het enige gevaar van vliegen is dat je eraan verslaafd raakt, dat je te fanatiek wordt.”