De dupe van dijkdoorbraak
Duizenden euro’s spendeerden ze aan renovatie van hun bungalow en de omliggende tuin. Het gepensioneerde echtpaar Bouma-Bakker (64) uit het Utrechtse Wilnis is een van de zwaar gedupeerden van de dijkdoorbraak in de Ringvaart in augustus 2003. Het lokale rampenfonds keert ongeveer tweederde van de geleden onverzekerde schade uit, zo werd maandag bekend. „In mei hopen we de eerste plantjes in de tuin te kunnen poten.”
Het is de nacht van maandag 25 op dinsdag 26 augustus 2003. Het echtpaar Bouma ligt net op bed. „Ik was die avond samen met mijn vrouw naar een buurtfeestje geweest. We kwamen daar om een uur of één ’s nachts vandaan. Kort daarna vielen we in slaap.”
Ruim een uur later hoort Bouma gebons op de deur. „Dat was de buurman die ons waarschuwde. Alle buitenverlichting was uitgevallen. Toen we buiten kwamen, hoorden we een enorm geraas van water. Het was eigenlijk hetzelfde geluid als dat we die week ervoor tijdens onze vakantie in Oostenrijk hadden gehoord. Bergstroompjes daar veroorzaakten een soortgelijk lawaai.
We konden onze ogen niet geloven. Het water was een kolkende massa die de grond rondom onze woning voor een groot deel wegsloeg. Naast de buitendeur bij de keuken zat een gat van 4 meter diep. Onder het huis werden zelfs de palen zichtbaar, omdat de grond onder ons huis vandaan werd gezogen. Gelukkig hebben we geen water in huis gekregen. Wel is de woning door de bewegingen van de veengrond verschoven.”
Het echtpaar Bouma zag een stuk vlijtige arbeid ten onder gaan. „We woonden nog maar kort in ons huis, dat we juist volledig hadden opgeknapt. Ook de tuinen waren net aangelegd”, zegt Bouma. „’s Nachts hebben we een uur buiten gestaan en alles gadegeslagen. Op een gegeven moment zijn we toch maar naar bed gegaan. Maar niet veel later hoorden we dat de stoeptegels begonnen te schuiven. Bovendien brak de gasleiding die onder de Ringvaart doorliep. De politie sommeerde ons weg te gaan. Niemand mocht in de wijk blijven.”
De Bouma’s gingen naar een dochter en een schoonzoon. Niet veel later betrokken ze tijdelijk een andere woning in Wilnis. Pas ruim twee maanden na de overstromingen konden ze terugkeren naar hun eigen woning.
Over de procedures voor vergoeding van de schade is Bouma redelijk tevreden. „Aanvankelijk was iedereen beduusd van de klap. Al gauw is vanuit de gemeente hulp gezocht bij het ministerie. Dat ging vrij vlot. Een speciale rijksregeling WTS voor schadevergoeding bij zware rampen heeft veel mensen uit de brand geholpen. Echter, de WTS vergoedt alleen schade aan huis en inboedel. Woonarken, tuinen, auto’s, tuinhuisjes en pleziervaartuigen vallen er niet onder. De paniek onder woonarkbewoners was groot.”
De plaatselijke bevolking kwam echter met een spontaan initiatief op de proppen. De stichting Rampenfonds Dijkdoorbraak Wilnis kreeg door acties van clubs, winkels en bedrijven, optredens of collectes 484.000 euro in kas. Ongeveer 240 bewoners hebben beroep gedaan op het fonds voor een bedrag van in totaal 619.370 euro.
„Een geweldig initiatief”, vindt Bouma. „Bewoners van een woonark krijgen 90 procent van de schade vergoed. Voor schade in tuinen, zoals bij ons, wordt niet meer dan 74 procent uitgekeerd. Terecht, vind ik. Woonarkbewoners zijn het hardst getroffen.”
Bouma vindt dat het verantwoordelijke hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht schuldig is aan de dijkdoorbraak. „Hoe de dijkdoorbraak natuurkundig precies is te verklaren, weet ik ook niet. Maar ik weet wel dat hier een ringvaart loopt met dijken en dat er een beheerder is. Die moet zorgen dat het water binnen de dijken blijft. Het waterschap moet bescherming bieden aan omwonenden.
In het rapport Technisch Advies Waterkering uit 1993 werd dit stuk dijk al als 90 procent onveilig aangemerkt. Het waterschap moet zich niet verschuilen achter de grote droogte als oorzaak, want het is in Nederland wel vaker érg lang droog geweest. Het had z’n zaakjes gewoon voor elkaar moeten hebben.”
Een dergelijke overstroming moet wel diep hebben ingegrepen. Bouma erkent dat, maar wil niet bij de pakken gaan neerzitten. „Je schrikt even flink wakker, het is een enorme chaos, het duurt allemaal erg lang en het is smerig. Maar het is slechts materie. Er zijn geen ongelukken gebeurd en gelukkig is er niemand verdronken. Blijven kniezen is niet goed, want we moeten verder. Het is niet leuk dat m’n tulpjes zijn weggespoeld, maar ach, er zijn meer tulpen.”