Advies: onderzoek groep stenengooiers in PBC
De vier Rijswijkse jonge mannen die stukken stoeptegel van een viaduct zouden hebben gegooid waardoor een vrouw uit Uden om het leven kwam, moeten worden onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Dat vindt althans de Haagse Forensisch-psychiatrische dienst. Een psycholoog en een forensisch geneeskundige beaamden dat vrijdag voor de rechtbank in Den Haag.
De deskundigen menen dat het viertal naar de observatiekliniek van justitie moet, omdat in de zaak van deze vermeende stenengooiers het groepsproces een essentiële rol heeft gespeeld. Om te kunnen beoordelen wie door wie is beïnvloed, wie leiders waren en wie meelopers, moeten de mannen als groep bestudeerd worden, menen de psychisch deskundigen.
De advocaten van de vier verdachten zijn het er niet mee eens. Het groepsproces heeft geen invloed op de geestelijke vermogens, zo betoogden zij. Volgens de raadslieden moeten stevige aanwijzingen bestaan dat iemand een ernstige geestelijke stoornis heeft voor een rechter opname in het PBC kan bevelen. De rechtbank had vrijdag niet genoeg tijd om voors en tegens tegen elkaar af te wegen en neemt dinsdag een besluit.
De Udense vrouw vond op 9 januari de dood toen zij bij Rijswijk op de A4 reed en een stuk steen door de voorruit kreeg. De steen sloeg volgens de politie tegen haar hoofd. In het ziekenhuis overleed ze later aan haar verwondingen. Het kostte de politie ruim een week om de verdachten aan te houden; er waren in het begin geen aanknopingspunten. Een tip van een getuige leidde uiteindelijk naar de Rijswijkers.