Donner kondigde dat donderdag aan in een brief aan de Tweede Kamer, waarin hij reageert op een recent rapport van een commissie die de mogelijkheden en bedreigingen van (nieuwe) technologieën heeft onderzocht. De voorzitter van de commissie, oud–minister van VROM Winsemius, constateert daarin dat bij Justitie tot dusver geen regelmatige en systematische aandacht is geweest voor de technologische mogelijkheden bij het voorkomen en bestrijden van misdaad.

Winsemius betreurt dat en schrijft dat menig crimineel sneller dan justitie tot het inzicht is gekomen dat de wereld van de technologie ongekende en onverkende mogelijkheden biedt. De commissie heeft Donner geadviseerd een netwerk in het leven te roepen om de technologie stelselmatig te volgen. De minister denkt dat het platform dat kan doen. Hij verwacht dat de betrokkenen in het tweede kwartaal van dit jaar voor het eerst bijeenkomen.

De commissie stelt verder dat Nederland zich de komende zes jaar vooral moet richten op de ontwikkeling van de gezichts– en patroonherkenning. Daarbij nemen digitale camera’s een foto van een gezicht waarna de kenmerken ervan worden vergeleken met die van mensen in databestanden. Deze „zeer veelbelovende technologie" kan een belangrijke rol spelen bij de aanpak van inbraak in woningen en bedrijven, de controle op wapenbezit, identiteitsfraude en de controle in openbare ruimten, aldus de commissie.

Die constateert ook dat er tussen criminelen enerzijds en politie en justitie anderzijds een soort wapenwedloop gaande is, omdat iedere technologische maatregel vroeg of laat een weerwoord van misdadigers oproept. De commissie waarschuwt dat de inzet van technologie kan leiden tot een verharding van de criminaliteit, meer identiteitsfraude en meer diefstal via het elektronisch betalingsverkeer.

Wie de wedloop zal winnen, hangt volgens de commissie mede af van het beschikbare budget. „Een teken aan de wand is dat de echte ’professionele’ crimineel het zich kan veroorloven de meest geavanceerde technologie in te schakelen, terwijl politie en justitie het niet alleen met minder ruime middelen moeten stellen, maar ook bepaalde ethische en juridische voorwaarden in acht moeten nemen", aldus de commissie.