„Zijn naslagwerk kijk ik af en toe in”
Hij heeft de veertien delen van de dinsdag overleden Loe de Jong op zijn plank staan. „Maar ik heb ze niet allemaal gelezen. Af en toe haal ik er wel wat uit, als ik me wil inlezen, iets wil verifiëren of ik een speech moet schrijven.”
Groot is volgens voorzitter J. Grishaver van het Nederlands Auschwitz Comité de betekenis van de overleden historicus. „Hij heeft echt iets nagelaten. Zijn geschiedschrijving was een standaardwerk waarop velen hebben doorgeborduurd.”
In De Jongs geschiedschrijving over de vervolging van de joden klinkt volgens Grishaver gevoel door: „Hoe bestaat het, hoe kon het dat zo’n groot deel van de Nederlandse joden is weggevoerd? Nederland heeft onbewust samengewerkt met de Duitsers door de joden via Westerbork af te voeren naar de vernietigingskampen.”
In 1978 ontmaskerde De Jong toenmalig CDA-fractieleider Aantjes met deels onjuiste informatie. „Daarin speelde mee dat een groot deel van De Jongs eigen familie is omgekomen”, oordeelt Grishaver.
De Amsterdammer bewondert het doorzettingsvermogen van De Jong. „Het is niet het leukste werk om dagelijks bezig te zijn met de ellende uit de Tweede Wereldoorlog.”
Persoonlijk kende Grishaver De Jong nauwelijks. „Alleen van een paar keer handjes schudden tijdens een receptie.” Wat hij in De Jong waardeert, is dat deze nog twee jaar geleden lid werd van het comité van aanbeveling van de jaarlijkse Auschwitz-lezing. „Dat deed hij erg graag.”