De politica reageerde daarmee op de uitspraak van de rechter dat politici niet meer of minder vrijheden en beperkingen hebben dan anderen om hun mening te uiten.

Vier moslims hadden in een kort geding geëist dat Hirsi Ali zich voortaan niet meer kwetsend, grievend of godslasterlijk over hun geloof zou mogen uitlaten. Het is de eerste keer dat haar uitlatingen aan een rechter zijn voorgelegd.

Prof. mr. E. Dommering, verbonden aan het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam, is niet verrast over het vonnis, dat hij redelijk afgewogen noemt. „De rechter moest iets moeilijks doen, namelijk oordelen over de botsing tussen de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst.”

Dommering vindt dat de rechter zich genuanceerd uitlaat. „Hirsi Ali heeft niet onrechtmatig gehandeld, maar tegelijk stelt hij dat bijvoorbeeld het gebruik van het woord pedofiel een te ruwe projectie van het verleden is”, aldus Dommering.

Volgens Dommering laat de rechter zich niet inhoudelijk uit over de kwestie. „De eisers hebben niet aannemelijk gemaakt dat er helemaal nooit verband bestaat tussen de koran en vrouwenonderdrukking”, aldus Dommering.

De advocaat van de eisers, R. Moszkowicz, laat in een reactie weten tegen de uitspraak in beroep te gaan. De raadsman is op zich niet helemaal ontevreden met het vonnis, omdat de rechter stelt dat Hirsi Ali met haar woordgebruik de grens van het toelaatbare heeft opgezocht. „Er wordt aan mevrouw Hirsi Ali een niet mis te verstane en ondubbelzinnige waarschuwing uitgedeeld”, vindt de advocaat.

Dat is al winst, zo menen de eisers. Toch gaan ze in beroep om te kijken of ze hun oorspronkelijke eisen alsnog toegewezen krijgen bij het gerechtshof in Den Haag.