Inspectie mag import geneesmiddelen niet zomaar goedkeuren
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) mag niet zomaar beslissen dat apothekers medicijnen uit het buitenland mogen halen als Nederland met een tekort kampt. Import mag alleen worden goedgekeurd wanneer een arts eerst om toestemming vraagt voor een specifieke patiënt. De huidige regeling, waarbij de inspectie uit zichzelf import toestaat, is volgens de Raad van State in strijd met de wet.
De zaak gaat over de zogenoemde Regeling Geneesmiddelenwet. Die gaat onder meer over tekorten aan medicijnen, en de mogelijkheid om alternatieven uit het buitenland te halen. Die middelen hebben nog geen vergunning om in Nederland op de markt te worden gebracht, dus eigenlijk mogen ze niet worden verkocht. De IGJ kan dan een ‘generieke toestemming’ voor import geven. Begin dit jaar stond de inspectie bijvoorbeeld de import toe van Zypadhera, een langwerkend medicijn voor mensen met schizofrenie.
De Raad van State zegt zich ervan bewust te zijn „dat deze uitspraak op korte termijn mogelijk gevolgen heeft” voor de mogelijkheden van de IGJ om op te treden bij medicijntekorten. Maar het is aan de IGJ of de politiek om daar een oplossing voor te vinden, aldus de hoogste bestuursrechter.
Volgens de inspectie werkt het gezondheidsministerie „hard aan een oplossing”. Dat er nu alleen met een voorafgaand verzoek van een arts voor een individuele patiënt toestemming kan komen voor invoer van een geneesmiddel, levert „opnieuw een flinke administratieve belasting” op voor artsen en apothekers, aldus de IGJ. Maar dat is nu eenmaal het gevolg van het feit dat ze zich moet houden aan de uitspraak, zegt ze.