„Gezinsvoogd rent en vliegt de hele dag”
„Mensen zeggen wel eens dat ik een geitenwollensokkenberoep heb, maar ons werk is keihard. Het gaat over levensvragen”, zegt gezinsvoogd Denny Boogaard. Het ware van die woorden bleek bijvoorbeeld toen de driejarige Savanna uit Alphen aan den Rijn werd gevonden: de peuter was omgekomen door zware mishandeling. „Als gezinsvoogd ben je dan enorm aangeslagen.”
Niet alleen Boogaard voelde zich aangeslagen, zo blijkt. De hele jeugdzorg is geschokt door het drama rond de Alphense driejarige in september vorig jaar. De gezinsvoogd van Savanna wordt mogelijk strafrechtelijk vervolgd, werd vrijdag bekend. Het openbaar ministerie verwijt haar mogelijk dood door schuld, omdat ze niet voldoende gedaan zou hebben om de dood van het meisje te voorkomen.
„Verschrikkelijk”, reageert Denny Boogaard, gezinsvoogd bij de Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn (SGJ). „Allereerst verschrikkelijk omdat dit meisje is vermoord. Het doet je wat, als je niet in staat blijkt zoiets tegen te houden. Maar daarnaast is het ook verschrikkelijk dat het nu tot een vervolging van de gezinsvoogd komt. Ik vind het vreemd dat het nu lijkt alsof het kind is vermoord door de fouten van de gezinsvoogdij.”
Boogaard is duidelijk: Fouten van een gezinsvoogd mogen niet voorkomen. „Als gezinsvoogd heb je een verantwoordelijk beroep, dat realiseer ik me door alle ophef steeds meer. Ik vind dat wij die verantwoordelijkheden moeten kennen, en van fouten moeten leren.” Uit het rapport van de Inspectie Jeugdzorg blijkt dat de controle in de zaak-Savanna tekortschoot. Boogaard: „Dat moet gewoon niet kunnen in Nederland.”
Maar daarmee is niet alles gezegd, wat de gezinsvoogd betreft. „Ik ken de zaak-Savanna niet inhoudelijk, maar dat deze gezinsvoogd nu wordt vervolgd, vind ik een merkwaardige ontwikkeling. De hulpverlening moet problemen oplossen, dat is vanzelfsprekend. Maar als dat niet lukt, zijn wij als hulpverlening kennelijk ook verantwoordelijk! Ik vind het schokkend dat een gezinsvoogd als persoon op zo’n zaak kan worden aangesproken. Dat moet niet kunnen. Ik handel altijd in overleg met collega’s en betrek alle disciplines bij een oplossing. Daarom moet ook de organisatie als zodanig aangesproken worden op falen.”
De gezinsvoogd van Savanna wordt onder meer verweten dat ze het probleemgezin te weinig zag. Boogaard herkent dat. Vanuit het SGJ-kantoor in Dordrecht komt hij als gezinsvoogd in 23 verschillende gezinnen, bij evenveel verschillende kinderen. „In de praktijk kom ik zeswekelijks bij iedereen langs. Soms is dat vaker, bijvoorbeeld als er acute crises zijn. Maar die extra bezoekjes gaan wel ten koste van de toch al zeer beknopte tijd die er voor de andere gezinnen staat.”
Aan onverwachte bezoekjes aan Savanna kwam de gezinsvoogd niet toe. Boogaard: „Dat kan ook bijna niet, door de tijdsdruk. Maar het is waar: als ik onverwachts langsga bij een gezin, komt het voor dat de keuken een puinhoop is, terwijl ze anders op hun zondags zijn.” De druk op een gezinsvoogd is enorm, aldus Boogaard. „Ik doe mijn best om heen en weer te vliegen tussen allerlei gezinnen. Het voorbereiden en denken doe je in de auto. Daarnaast wil ik graag samenwerken met scholen, pleegouders, broers en zussen… Dat moet allemaal in dezelfde uren. En dan is er nog al het papierwerk. Bovendien zijn er wachtlijsten. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet hoef te rennen en vliegen.”
Savanna’s gezinsvoogd zou verder te veel naar de moeder hebben geluisterd en te weinig aandacht voor het slachtoffertje hebben gehad. „Dat is een spanningsveld”, zegt Boogaard. „Je kunt niet alleen voor het kind kiezen, en ook niet alleen voor de ouder. Het gaat om het geestelijk, zedelijk en lichamelijk welzijn van het kind, zoals in de boeken staat. Daar hoort bij dat je de ouders meeneemt. Die blijven immers levenslang ouders, ondanks de fouten die ze maken. Je kunt hen niet buitenspel zetten.”
Boogaard wil niet met de beschuldigende vinger naar anderen wijzen, maar vindt dat „we de handen ineen moeten slaan. Er zijn vaak veel mensen die een zekere verantwoordelijkheid hebben, zoals ouders, gezinsvoogd, huisarts, kerk, buren en ook de politiek. Als al die partijen hun verantwoordelijkheid nemen, kunnen we de problemen ook echt aanpakken.”
In christelijke kring lijken dodelijke mishandelingen zoals bij Savanna minder voor te komen, is de ervaring van Boogaard. „In de vijf jaar dat ik als gezinsvoogd voor de SGJ werk, heb ik het niet meegemaakt. Ook binnen de SGJ heb ik er nooit van gehoord.” Daar zijn twee redenen voor te noemen, denkt hij. „In christelijke kring heb je vaak een breder netwerk. Er is een kerk die meekijkt en een zekere sociale controle uitoefent. Daarnaast speelt denk ik ook een rol dat de ouders bij de doop voor God en Zijn gemeente beloofd hebben hun verantwoordelijkheden te nemen voor de opvoeding.”