Sinds april 2001 kunnen echtparen hun huwelijk omzetten in een geregistreerd partnerschap, dat ze vervolgens snel en zonder tussenkomst van de rechter kunnen ontbinden. Het kabinet wil van deze mogelijkheid af, omdat andere landen de procedure niet erkennen. Als iemand na een flitsscheiding in het buitenland zou trouwen, pleegt hij bigamie (het gelijktijdig met twee personen gehuwd zijn, red.), zei minister Donner vrijdag na afloop van de ministerraad.

Een kamermeerderheid van PvdA, VVD, GroenLinks en D66 liet eerder weten de flitsscheiding juist in stand te willen houden. Het VVD-kamerlid Luchtenveld heeft bovendien een eigen initiatiefwetsvoorstel ingediend om scheiden zonder tussenkomst van de rechter mogelijk te maken. Het kabinet wijst dat af.

Ook binnen het kabinet waren de meningen een tijdlang verdeeld. De bewindslieden van VVD en D66 wilden de mogelijkheid van flitsscheiding openhouden. Zij hebben zich er echter door Donner van laten overtuigen dat deze vorm van scheiding in het buitenland grote problemen geeft. Stellen die via een flitsscheiding uiteen zijn gegaan, zouden in het buitenland eerst weer moeten trouwen en scheiden voordat ze opnieuw een huwelijk kunnen aangaan.

Eerder voerde Donner nog als extra bezwaar tegen de flitsscheiding aan dat het huwelijk in zijn ogen niet zo maar een overeenkomst is die als ieder contract kan worden verbroken. Daarom hecht hij bij verbreking van de echtelijke band aan een rechterlijk vonnis.

Het aantal flitsscheidingen nam in de afgelopen jaren flink toe. In 2001 waren het er ongeveer 1000, het jaar erop 4000 en in 2003 bijna 5000. Vorig jaar waren het er al ongeveer 7000.

In het wetsvoorstel van Donner staat verder dat ouders die willen scheiden een ouderschapsplan moeten maken over de verzorging en opvoeding van hun kinderen. Op die manier wil de bewindsman paal en perk stellen aan het frustreren van omgangsregelingen. De Tweede Kamer had daarop aangedrongen, omdat kinderen vaak de dupe worden van echtscheidingen en de ruzies die daarmee gepaard gaan. Premier Balkenende onderstreepte dat het belang van het kind vooropstaat in het wetsvoorstel.