Onzorgvuldige arts voor college vrijuit
Het Regionaal Tuchtcollege in Zwolle heeft donderdag een klacht van de inspecteur voor de gezondheidszorg in Den Bosch tegen een basisarts afgewezen.
De arts, die op oproepbasis op de afdeling spoedeisende eerste hulp in het Amphiaziekenhuis in Oosterhout werkte, had in mei 2003 een 77-jarige patiënt medicijnen toegediend waardoor het stervensproces werd verzacht.
De man had een ernstig herseninfarct gehad en had het zo benauwd dat hij bijna stikte in zijn speeksel. De arts vond de situatie zo urgent, dat niet gewacht kon worden tot de eerste behandelaar in het ziekenhuis kon zijn. De man overleed kort nadat de arts injecties met morfine en dormicum had gegeven. De inspecteur was van mening dat de arts levensbeëindigend had gehandeld zonder de zorgvuldigheidseisen in acht te nemen. Het tuchtcollege vindt het te ver gaan om te zeggen dat de arts verwijtbaar tekortgeschoten is. De toegepaste medicatie moet niet als breuk, maar eerder als uitwerking van het ingezette behandelbeleid worden beschouwd.
Het tuchtcollege is het wel met de inspectie eens dat de arts steken heeft laten vallen door zijn handelen niet naar buiten te verantwoorden. Hij had zijn doen en laten in het medisch dossier moeten noteren en de dienstdoende neuroloog over zijn handelen moeten informeren. „Een en ander klemt temeer nu hij -terecht of ten onrechte- een verklaring van natuurlijke dood heeft afgegeven, waardoor externe bemoeienis met het overlijden buiten de lijn der verwachting kwam te liggen”, aldus de uitspraak.
Vanwege de eerdere strafrechtelijke vervolging wordt er geen maatregel voor dit verzuim opgelegd.
De arts werd in november vorig jaar door de rechtbank in Breda vrijgesproken van de verdenking dat hij de patiënt had vermoord. Het OM heeft tegen die vrijspraak hoger beroep aangetekend.