EU-Hof keurt ruimingen bij MKZ goed
Het massaal afmaken van dieren ten tijde van de mond- en klauwzeercrisis in 2001 in Nederland is niet in strijd met de Europese regels. Het Europees Hof in Luxemburg heeft donderdag geoordeeld dat lidstaten het recht hebben om ruimingen te eisen. Voorwaarde is wel dat de overheid zich houdt aan het evenredigheidsbeginsel. De nationale rechter moet oordelen of dat het geval is geweest.
Twee veehouders hadden bezwaar aangetekend tegen de ruiming van hun dieren: A. Tempelman uit Wenum in de buurt van Oene, waar de besmetting is begonnen, alsmede de familie Van Schaijk uit Ravestein. Volgens hen was de Nederlandse regering haar boekje te buiten gegaan bij de massale ruimingen.
Het Hof stelt echter dat lidstaten bij MKZ wel degelijk aanvullende maatregelen zoals het doden van dieren mogen nemen, mits ze zich houden aan de Europese regels zoals het tijdig informeren van de Europese Commissie. Ook mogen de ruimingen niet onevenredig zijn, maar het Hof in Luxemburg laat zich er niet over uit of dat in Nederland het geval was.
De zaak gaat nu terug naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Dat moet, met het Hof-arrest in de hand, een eindoordeel vellen. De vraag of de staat te ver is gegaan in de gevallen van Tempelman en Van Schaijk staat daarbij nog open.
Om de uitbraak van MKZ te bestrijden zijn destijds in Nederland zo’n 265.000 koeien, schapen en andere dieren preventief gedood. Uiteindelijk is bij 26 bedrijven besmetting vastgesteld.