Daarin uitten ze hun gevoelens over hun leven na het ongeluk. Ze toonden geen mededogen met de man die ervan verdacht wordt verantwoordelijk te zijn voor het verlies van hun dierbaren.

De verdachte, een 47-jarige man uit Schiedam, hoorde alles ogenschijnlijk emotieloos aan. Op 29 augustus om halfvijf ’s ochtends reed J. L. met naar schatting 100 kilometer per uur in op een stilstaande Ford Fiësta. Daarin zaten drie Britten uit Wales, twee van 28 jaar en een van 34. De gevolgen waren funest. Twee Britten kwamen direct om, de derde overleed in een ziekenhuis.

Officier van justitie J. Koppert verweet de verdachte onoplettendheid. Hij eiste vier maanden voorwaardelijke celstraf met een proeftijd van twee jaar, een werkstraf van 180 uur en twee jaar ontzegging van de rijbevoegdheid.

De raadsman van de verdachte, mr. G. Szegedi, vond juist dat zijn cliënt een van de meest oplettende automobilisten van Nederland is, omdat de man nog nooit op een verkeersovertreding was betrapt.

De drie Britten waren op de rijksweg gestopt omdat kort daarvoor een eenzijdig ongeval was gebeurd. Verschillende automobilisten waren gestopt om hulp te bieden. Ze stonden volgens getuigenverklaringen met knipperlichten aan op de rijksweg stil. De verdachte was na een lange werkdag en een avondje uit onderweg naar Dordrecht om een collega weg te brengen.

Volgens hem zag hij pas op 300 tot 400 meter afstand dat er iets aan de hand was op de weg. Hij besloot uit te wijken om zodoende de situatie te passeren. Plotseling doemde de Ford op en hij knalde er bovenop. Hij zou 100 kilometer per uur hebben gereden, wat ter plekke is toegestaan. Hijzelf en zijn medepassagier kwamen er met lichte verwondingen vanaf.