Raad van State pleit voor meer gelijkwaardigheid in Koninkrijk
Inwoners van de Caribische landen van het Koninkrijk moeten zich gelijkwaardiger voelen aan Nederland. Dat schrijft de Raad van State in een ‘spontaan advies’ over het Statuut voor het Koninkrijk. Dat document bepaalt de verhoudingen tussen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten en bestaat dit jaar 70 jaar.
In feite zijn de verhoudingen erg ongelijk, schrijft de adviesafdeling van de Raad van State. „Nederland heeft in vrijwel elk opzicht (bevolking, economie, financiën, bestuurskracht) de overhand, wat numeriek leidt tot ongelijke verhoudingen.” Dat is niet helemaal op te lossen, maar met een paar maatregelen kunnen inwoners van de Caribische landen in het Koninkrijk zich wel gelijkwaardiger voelen.
Zo pleit de Raad ervoor dat alle inwoners van de drie landen met de Nederlandse nationaliteit mogen stemmen voor de Tweede Kamer. Nu geldt dat alleen voor mensen die tien jaar in Nederland hebben gewoond of in ‘openbare dienst’ hebben gewerkt. Naast de drie Caribische landen in het Koninkrijk zijn er ook de drie bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba, waar de inwoners wel Kamerleden mogen kiezen.
Drie gevolmachtigde ministers mogen hun Caribische landen op dit moment vertegenwoordigen in de Rijksministerraad. „Geen eenvoudige opgave”, omdat de Nederlandse ministers in de meerderheid zijn. De gevolmachtigde ministers moeten volgens de Raad van State beter de gelegenheid krijgen om hun mening in te brengen.
Het Statuut of de grondwet wijzigen is volgens de Raad van State niet nodig. Die tijd en energie kan beter worden gestoken in mogelijkheden die de hoge wetgeving nu al biedt.
Premier Dick Schoof heeft het advies dinsdag al in ontvangst genomen, schrijft hij op X. „Het kabinet gaat het advies bestuderen.”