Dick Schoof zegt dat de doorlooptijd van spoedwetgeving over asiel „misschien” terug te brengen is tot een aantal maanden. „Maar dat vereist wel een tour de force van ongeveer iedereen die bij dit proces betrokken is”, zei de premier bij de Algemene Politieke Beschouwingen in de Eerste Kamer. Beide Kamers, de Raad van State en de partijen die worden geconsulteerd zouden dan „eensgezind” mee moeten werken om de vaart erin te houden. Gebeurt dat niet, dan zal dit bij de oppositie geliefde alternatief voor een asielnoodwet veel meer tijd in beslag nemen.
De minister-president wees erop dat een spoedwet geen begrip is dat staat beschreven in het staatsrecht. Het is een gewoon wetstraject waarvan alle stappen worden doorlopen, maar dan sneller. Zo is het mogelijk om de doorlooptijd te verkorten van „één tot twee jaar” tot „een aantal maanden misschien”, aldus Schoof.
„Dus als er fracties zijn die zeggen: we gaan toch verdere vragenrondes doen, diepgaandere wetsoverleggen, deskundigenbijeenkomsten, dan kan het dus nog fors langer gaan duren?”, vroeg senator Alexander van Hattem van de PVV. „Dat kan ik niet ontkennen, maar het is aan de Kamers om de orde te bepalen”, antwoordde Schoof.
Oppositiepartijen zijn zeer kritisch over het kabinetsvoornemen om strenge asielregels via het noodrecht door te voeren. Een aantal maatregelen wordt namelijk meteen van kracht als de noodknop in de Vreemdelingenwet wordt ingedrukt. De Tweede en Eerste Kamer krijgen pas maanden later de kans om dit goed of af te keuren. De critici vinden dat het noodrecht wordt misbruikt, omdat nu geen sprake is van het type crisissituatie als een natuurramp of pandemie waar dat eigenlijk voor is bedoeld. Een meerderheid van de Eerste Kamer lijkt bereid om een motie te steunen die het kabinet oproept om ook een spoedwet voor te bereiden, voor het geval dat een noodwet niet haalbaar blijkt.