„50PLUS beschouwt zich niet als oppositiepartij”, hield Martin van Rooijen het kabinet voor tijdens het grote senaatsdebat over de Prinsjesdagplannen. „We doen zaken, graag zelfs, met iedereen die met ons de belangen wil dienen van de vijftigplussers in Nederland.”

Van Rooijen raadt het kabinet aan zich in de wensen van zijn partij te verdiepen. „Zoals wij ook uw agenda serieus zullen nemen.” Dan zijn deals mogelijk, liet hij doorschemeren.

Het kabinet kan in de Eerste Kamer steunen op de dertig zetels van regeringspartijen PVV, VVD en BBB. Coalitiegenoot NSC heeft geen senatoren. Voor een meerderheid moeten bewindslieden telkens acht andere Eerste Kamerleden aan hun kant krijgen. Voor veel maatregelen rekent het kabinet voorzichtig op steun van rechtse fracties als JA21 en FVD, maar ook die van CDA, SGP en mogelijk 50PLUS en de eenmansfractie OPNL (namens regionale en lokale partijen) lijken soms nodig.