De voorgestelde verhoging staat in de begroting voor 2025 die het college van Gedeputeerde Staten heeft opgesteld. De Provinciale Staten moeten die begroting en ook de verhoging van de opcenten nog goedkeuren.

Vorig jaar kwam er kritiek uit de Staten toen Zuid-Holland het provinciale deel van de motorrijtuigenbelasting verhoogde van 95,7 naar 98,7 procent. Die aanpassing leverde de provincie bijna 12 miljoen euro extra aan inkomsten op. In totaal ontvangt Zuid-Holland dit jaar ruim 390 miljoen euro aan wegenbelasting. De provincie verwacht volgend jaar via deze weg bijna 413 miljoen op te halen, ook omdat het aantal auto’s is gestegen.

Jarenlang lagen de opcenten in Zuid-Holland rond de 90 procent. In de afgelopen jaren is dit percentage, dat bovenop de hoofdsom voor de motorrijtuigenbelasting komt, flink gestegen. Het gemiddelde van alle provincies ligt dit jaar op 87,5 procent.

De Zuid-Hollandse conceptbegroting voor 2025 overstijgt voor het eerst de grens van 1 miljard euro aan uitgaven. Daar staat 910 miljoen aan inkomsten tegenover. Provincies ontvangen geld van het Rijk via het provinciefonds en via de opcenten. Ze mogen zelf bepalen hoe hoog die zijn, als de provinciale opcenten maar binnen het door het Rijk vastgestelde maximum blijven. Dit jaar is dat 138,4 procent.

Hoeveel belasting bezitters van benzine- en dieselauto’s en motoreigenaren moeten betalen, hangt af van het gewicht van hun vervoermiddel en het type brandstof. In Zuid-Holland gaat dat bedrag voor een compacte ‘stadsauto’ gemiddeld met 6 euro per jaar omhoog, voor een middenklasser met zo’n 20 euro en voor een SUV met ruim 30 euro.

In Zuid-Holland staan bijna 1,7 miljoen auto’s geregistreerd en ruim 135.000 motoren. Elektrische auto’s zijn nu nog vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting, maar dat verandert in de komende jaren. De korting wordt stapsgewijs afgebouwd.