Zoutwinning zorgt voor groeiende zorgen in Groningen
De zoutwinning in Groningen en de daarmee gepaard gaande bodemdaling baren de provinciale politiek steeds meer zorgen. Veel partijen in Provinciale Staten benadrukten in een debat de noodzaak schade aan woningen beter af te handelen. „De veiligheid moet vooropstaan, daar zijn wij het allemaal over eens”, zei mijnbouwgedeputeerde Susan Top.
De bedrijven Nobian en Nedmag winnen al decennia zout in de zuidwestelijke hoek van de provincie, waardoor enorme ondergrondse zoutkoepels zijn ontstaan. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) meldde onlangs dat het niet langer vanzelfsprekend is dat dergelijke zeer grote cavernes veilig afgesloten kunnen worden. Er kunnen scheuren of zelfs sinkholes ontstaan, aldus SodM, dat het toezicht op Nobian eerder heeft verscherpt. Dat bedrijf zegt dat cavernes wel veilig kunnen worden gesloten.
Mijnbouwvergunningen worden verleend door het ministerie van Klimaat en Groene Groei, maar de provincie mag daarover advies uitbrengen. Nieuwe productielocaties zonder veiligheidsgarantie krijgen een „volstrekt negatief advies van de provincie”, aldus Top. „Maar de provincie kan geen zoutwinningsbedrijf sluiten.”
„Groningers boven zout”, klonk het bij insprekers en een aantal Statenleden, die „akelig veel” overeenkomsten zien met het gaswinningsleed. De bodemdaling in het gebied beloopt tot een meter en gaat door. „De Groningse bodem is veranderd in een gatenkaas, op sommige plaatsen 125 meter breed en vijf Eiffeltorens diep”, aldus D66.
Tientallen omwonenden hebben schade gemeld als gevolg van zoutwinning. De bestaande compensatieregelingen zorgen echter voor veel onvrede. Over een breed opgezet schadefonds wordt gesproken. Nedmag vergoedt overigens alle kosten die het waterschap maakt om de gevolgen van de bodemdaling tegen te gaan.
Partijen als VVD en PVV wezen op het belang van werkgelegenheid die de zoutwinning biedt. Anderen benoemden de lozing van zware metalen in de Waddenzee en de uitstoot van giftige stoffen in de lucht door Nedmag.
Een ander punt van zorg is de mogelijke opslag van waterstof in de Groningse bodem. Nobian heeft onlangs toestemming gekregen voor proefboringen om te kijken of kleinere zoutcavernes geschikt gemaakt kunnen worden voor waterstofopslag. „Daarmee is het laatste woord nog niet gezegd”, aldus Top. De gedeputeerde zet zich in om invloed uit te oefenen op de aankomende aanscherping van de landelijke mijnbouwwet. „Veiligheid moet meer zijn dan levend onder het puin vandaan kunnen komen.”