Zuid-Holland blijft inspreken bij provinciebestuur toch toestaan
Inwoners van Zuid-Holland mogen toch hun mening blijven geven bij onderwerpen waar de Provinciale Staten besluiten over nemen. Een werkgroep die heeft onderzocht hoe de provincie efficiënter en effectiever kan vergaderen, stelde voor om geen insprekers meer toe te laten bij de Statenvergaderingen. De provinciale politici wezen dat echter af.
Het voorstel was om het inspreken te beperken tot de commissievergaderingen, waarin de politici met elkaar debatteren over bepaalde onderwerpen om hier hun oordeel over te vormen. Ze nemen vervolgens besluiten in de Provinciale Statenvergadering, die in principe één keer per maand wordt gehouden.
De werkgroep, bestaande uit Statenleden van diverse partijen, stelde voor om bij die besluitvormende vergaderingen geen insprekers meer toe te laten. Een inspreker krijgt enkele minuten de tijd de Staten toe te spreken. „De gedachte is dat het inspreken op het moment van besluitvorming niet veel zin meer heeft.”
Een meerderheid van de Staten denkt daar echter anders over. „Hier zitten 55 Statenleden die zonder last mogen besluiten”, zei fractievoorzitter Steven Datema van de ChristenUnie. „Dan is het mooi dat inwoners zich hier gehoord kunnen voelen en een laatste appèl kunnen doen op Statenleden voordat een besluit wordt genomen. We moeten het inspreekrecht behouden.” Na een urenlang debat, waarin ook andere opties om efficiënter te vergaderen werden besproken, besloten de Staten unaniem om in hun zogeheten Reglement van Orde niets te veranderen aan het inspreekrecht.