Al sinds de formatie broeit het tussen PVV, VVD, NSC en BBB, met verschillende onderwerpen als inzet. Spanning was er al toen Pieter Omtzigt (NSC) tijdens de formatie van tafel liep vanwege de „rechtsstatelijke afstand” tussen zijn partij en de PVV. In het eerste grote debat van de coalitie ontstond ook ruzie. Geert Wilders (PVV) vond het „slappe hap” dat Schoof racismebeschuldigingen aan het adres van PVV-ministers niet harder tegensprak.

Afgelopen weken was er irritatie om Omtzigts vermeende bemoeienis met de begroting. Hij zit inmiddels ziek thuis, maar ook zijn opvolger Nicolien van Vroonhoven heeft de eerste ruzie al meegemaakt. Zij maakte steun aan de asielcrisiswet voorwaardelijk aan een goed oordeel van de Raad van State, tot grote woede van Wilders en Dilan Yeşilgöz (VVD).

Schoof vindt dat de coalitiekopstukken hun eigen ruzies moeten uitvechten. „Ik ben partijloos en zit in het kabinet. In de coalitie moeten ze het samen oplossen.” De premier zegt blij te zijn dat er geen onenigheid is in het kabinet. Wel erkent hij dat er soms stevige discussies worden gevoerd. Zo kwam het tot een strijd tussen NSC en PVV over de asielplannen, lekte al snel na het overleg van twee weken geleden uit.

De premier zegt vooral tijd te willen voor zijn kabinet om beleid uit te voeren, en wijst erop dat nu vooral nog veel „papier” is geproduceerd door zijn ministersploeg. Hij laat in het midden of die tijd, met alle coalitieruzies, zijn kabinet wel gegund is. „Ik moet zorgen dat het kabinet goed draait. Natuurlijk hoop ik op steun, elke keer weer, van de vier dragende partijen.”