Provincies willen ‘urgente opgaven’ samen met kabinet aanpakken
De provincies zien in het regeerprogramma van het kabinet-Schoof een handreiking om gezamenlijk te werken aan de „urgente opgaven” in Nederland. „Voor provincies is het een goede zaak dat het kabinet door wil met de gebiedsgerichte werkwijze”, zegt Ina Adema, de Brabantse commissaris van de Koning die sinds kort voorzitter is van het Interprovinciaal Overleg (IPO). „Het kabinet onderstreept een aantal keren terecht het belang om hiervoor met de provincies samen te werken. Onze plannen hiervoor liggen klaar.”
Het IPO noemt woningbouw, goede bereikbaarheid en netcongestie als voorbeelden. „Om deze samenhangende opgaven goed te kunnen uitvoeren, hebben provincies belang bij duidelijke keuzes van het nieuwe kabinet in de Nota Ruimte. Hierover denken we graag mee en komen met voorstellen. Daarbij streven we naar een complete en integrale aanpak in de verschillende gebieden.”
De provincies maken zich wel zorgen om de financiële middelen die ze hiervoor krijgen van het kabinet. „Om gezamenlijk aan de slag te gaan, is een gezonde balans tussen ambities, taken, realisatiekracht en middelen nodig. Verstoring van die balans ligt al langer op de loer. Dit komt door aangekondigde bezuinigingen op het provincie- en gemeentefonds, onvoldoende compensatie voor de inflatie en een korting bij het overdragen van de specifieke uitkeringen aan provincies en gemeenten.”
De meeste provincies reageerden vorige week ontstemd toen al uitlekte dat minister Femke Wiersma het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) schrapt. Provincies werkten twee jaar aan een gebiedsgerichte aanpak om de doelen op het gebied van onder meer water, natuur, stikstof en klimaat te halen. Het NPLG verdwijnt nu echter, inclusief de 20 miljard euro die hiervoor was toegezegd.
„De doelen staan overeind. In het landelijk gebied is een gebiedsgerichte aanpak volgens ons noodzakelijk om draagvlak te creëren voor moeilijke keuzes”, aldus het IPO. „De provincies hebben samen met onder meer boeren, waterschappen en natuurorganisaties goede plannen gemaakt en verwachtingen gewekt. De provincies gaan door met de gebiedsgerichte aanpak. Tegelijkertijd ontbreekt het ons aan voldoende geld om de doelen te bereiken.”