Met het geld uit het fonds (RRF) kunnen alle lidstaten van de Europese Unie investeren in projecten, om de economische gevolgen van de coronapandemie te boven te komen. Het gaat bijvoorbeeld om investeringen in digitalisering en groene transitie.

De Europese Commissie heeft die eerste aanvraag van Nederland inmiddels goedgekeurd. De ministers van Financiën van de EU-lidstaten bespreken de goedkeuring op een later moment.

Nederland wil die eerste 1,3 miljard besteden aan investeringen in zorg, onderwijs, de bouw van betaalbare woningen en digitalisering. Voor Nederland is ruim 5,4 miljard beschikbaar.

Nederland is niet de enige die achterloopt, maar bevindt zich wel ver in de achterhoede. De honderden miljarden euro’s die via het Europees coronaherstelfonds in 2021 beschikbaar zijn gesteld, zijn bij lange na nog niet uitgegeven door de EU-lidstaten, blijkt uit een maandag gepubliceerd onderzoek van de Europese Rekenkamer.

Eind vorig jaar had nog geen derde van de EU-landen het voor hen beschikbare budget uit het fonds aangevraagd. Van het geld dat tot nu toe vanuit Brussel naar de lidstaten is overgemaakt, is daarnaast ongeveer slechts de helft bij ‘eindontvangers’ terechtgekomen, waaronder particuliere bedrijven en scholen.

De Europese Rekenkamer waarschuwt voor het risico dat de aanvragen voor Europees geld uit het herstelfonds nog verder worden vertraagd en dat projecten niet op tijd worden afgerond. De lidstaten kunnen daardoor „niet van de verwachte economische en sociale voordelen genieten”, zegt de Rekenkamer. Het budget blijft tot augustus 2026 beschikbaar.

„RRF-geld moet op tijd worden ingezet zodat de maatregelen zonder problemen voor het einde van de faciliteit kunnen worden uitgevoerd. Het risico op inefficiënte of onregelmatige uitgaven wordt hiermee ook kleiner”, zegt Ivana Maletić, het lid van de Europese Rekenkamer dat verantwoordelijk is voor de controle.

Eenmaal uitgekeerd geld kan niet worden teruggevorderd.