Minder steen, meer park: duizenden bedrijventerreinen krijgen opknapbeurt
De komende jaren krijgen duizenden bedrijventerreinen een opknapbeurt. Daarvoor is 26 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds beschikbaar.
De zon breekt door boven bedrijventerrein Grote Polder in Zoeterwoude, onder de rook van Leiden en vlak bij de fabriek van bierbrouwer Heineken. Het is maandag, eind augustus; voor veel werknemers zit de zomervakantie erop en beginnen de werkweken weer.
Een clubje van drie dames en twee heren steekt de Industrieweg over, waar een wandelpad slingert over de middenberm naar de andere kant van het bedrijventerrein. Verderop op het pad lopen twee andere wandelaars, de een met een zakje brood in de hand. Het is tussen twaalf en één uur ’s middags: voor menigeen lunchpauze.
Langs het pad en in borders langs stoepen bloeien uitbundig diverse soorten planten en struiken. Bijen vliegen af en aan naar de paarse, gele en roze bloemen.
Het is nu zo’n zes jaar geleden dat ondernemers de handen ineen sloegen om Grote Polder groener en aantrekkelijker in te richten. Vierduizend andere bedrijventerreinen –samen zo’n 100.000 hectare– in Nederland zullen ook zo’n opfrisbeurt ondergaan. In de maand juni hebben drie provincies (Noord-Brabant, Gelderland en Utrecht) deals gesloten met gemeenten en bedrijventerreinen waarin ze hebben afgesproken om de komende tien jaar bestaande bedrijventerreinen aan te gaan passen aan de klimaat- en werkeisen van de tijd. Vorig jaar was Zuid-Holland al de eerste provincie die tekende.
Blokkendozen
Dat deze opknapbeurten hard nodig zijn, blijkt wel uit een vorig jaar verschenen rapport van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur: „Bedrijventerreinen blinken over het algemeen niet uit in landschappelijke schoonheid. Er is doorgaans weinig groen of water te bekennen, de gebouwen zijn saai en eenvormig (”blokkendozen”) en de omgeving ademt een sfeer van anonimiteit waar de mens al snel een fremdkörper is” (niet in de omgeving passend wezen, GBdV).
Tegenover dat deprimerende imago staat dat bedrijventerreinen veel welvaart opleveren. Zo wordt ongeveer 30 procent van het bruto binnenlandsproduct (bbp) op bedrijventerreinen gegenereerd en zijn de ondernemingen goed voor zo’n 2,5 miljoen banen. Voor bedrijven zelf zijn de terreinen heel praktisch omdat ze ruimte bieden aan industrie, grote transporten en opslag.
Maar de veelal stenen en betonnen hectares worden op zomerse dagen hittepleinen. Plensbuien veroorzaken zelfs geregeld schade aan gebouwen en wegen. Het aanplanten van groen en het opvangen van water zorgen voor verkoeling, meer biodiversiteit, betere waterafvoer en zuivering van de lucht. Daarnaast moeten de bedrijventerreinen ook aantrekkelijk blijven om er te werken; reden om ervoor te zorgen dat ze geen onveilige oorden zijn en goed bereikbaar blijven met het openbaar vervoer. De droom van de plannenmakers samengevat: minder steen, meer park.
Om dat alles te verbeteren moet er geld op tafel komen; een deel komt van provincies en een deel van de ondernemers van bedrijventerreinen zelf. Daarnaast doet het Rijk een duit in het zakje met geld uit het Nationaal Groeifonds. Dit fonds van 11 miljard euro heeft het vorige kabinet in het leven geroepen. Het is bestemd voor investeringen en vernieuwingen in verschillende economische sectoren waar op lange termijn iedereen in Nederland de vruchten van zal plukken. Voor de update van bedrijventerreinen staat 26 miljoen euro klaar.
Stressniveau
Wat leveren deze investeringen uiteindelijk op? Dat onderzoekt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Ton de Nijs, projectleider natuurkapitaal bij het RIVM, werkt aan een kosten-batenanalyse van groen op industrie- en bedrijventerreinen. „Groen levert veel op voor de gezondheid van mensen. Mensen gaan eerder wandelen of fietsen als het ergens groen is, en je ziet direct effect op hartslag, bloeddruk en stressniveau. Ook op mentaal vlak heeft het allerlei effecten. Maar hoe dat met groen in de werkomgeving zit, daarover is nog niet veel bekend.”
De uitkomsten van de studie kunnen nog gevolgen hebben voor de vraag wie wat gaat betalen: bedrijven, bedrijventerreinen of de overheid. „Als groen heel veel gezondheids- of klimaatbaten oplevert, kun je in overleg gaan met bedrijven. Het verminderen van arbeidsverzuim van de werknemers is natuurlijk interessant voor werkgevers.”