„De sneeuw maakt ons socialer”
De wereld lijkt nog in diepe rust te zijn, als een geel busje van de Wegenwacht door het sneeuwlandschap van Drenthe kruipt. Een dik pak sneeuw zorgt voor moeilijk berijdbare wegen. Lucas Hunse (35) uit Sleen is als wegenwachter op weg naar een eerste gestrande automobilist.
In Dalen staat H. Beveren bij de auto. Het voertuig weigert te starten. Beveren staat achter zijn woning te zwaaien als hij de gele bus in het vizier krijgt. Hij staat op het punt naar zijn werk in Groningen te gaan, maar de auto geeft geen kik. „Hij doet niks”, roept de man als de monteur naar hem toeloopt. Die tuurt onder de motorkap en stelt vast dat de auto op gas rijdt. De wegenwachter rommelt in zijn werkbus en komt met een spuitbusje tevoorschijn.
Na wat spraywerk begint de motor te pruttelen. „Ik wil ook zo’n busje”, reageert de klant enthousiast. Hunse raadt hem echter aan linea recta naar de garage te rijden. „De motor loopt nu. Het startsysteem werkt niet, dat moet de garage repareren”, reageert Hunse. „Maar ik moet naar mijn werk”, sputtert Beveren nog. Onverstoorbaar stapt Hunse weer in de wegenwachtbus. Op naar de volgende pechvogel.
De zware sneeuwval heeft deze dagen niet voor extreme drukte gezorgd, vertelt Hunse. Hij denkt dat de meeste mensen uit voorzorg thuis zijn gebleven of ander vervoer hebben uitgekozen. „Het is ook niet echt de sneeuw die voor problemen zorgt. De auto’s hebben meer last van vocht, zoals mist. Dat gaat overal in zitten.”
Wel komt hij in deze dagen onbenullige klachten tegen. „Gisteren had ik iemand die ons opriep voor zijn kapotte ruitenwissers. Die dacht dat hij een pak sneeuw zo met de ruitenwissers kon wegvegen. Die steeltjes breken.” Hunse denkt dat dergelijke pechgevallen uit onwetendheid voortkomen.
„Zo denkt niemand eraan om bij vorstvoorspellingen een kurkje of stokje onder de ruitenwissers te duwen. Hiermee voorkom je vastgevroren rubbers. En vloeistoffen worden onvoldoende nagekeken. Laat een accu eens extra controleren als de winter in aantocht is”, adviseert de wegenwachter.
Hem deert de gevallen sneeuw allerminst. „Ik heb een sneeuwschep achter in de wagen staan. Menig vastgelopen wagen heb ik al los geschept”, lacht Hunse. Hij voelt dat als een plicht, de extra zorg aan de medeweggebruikers. „Ik rijd toch langs de weg en als ik onderweg een helpende hand kan bieden, waarom niet. En je moet eens weten hoe snel de boeren met hun tractoren erbij zijn om iemand los te trekken. De sneeuw maakt ons socialer. Mensen komen naar buiten om sneeuw te scheppen en maken tegelijkertijd een praatje.”
Ondertussen verschijnt op zijn schermpje in de bus een melding van een nieuw slachtoffer. De bedrijfswagen van meneer A. Zandvliet uit Zandpol wil niet starten. Ook hij staat buiten zijn woning te zwaaien. De man is druk bezig met het wegscheppen van de sneeuw. „Wat snel”, komt de man enthousiast roepend naar het gele busje toe gelopen. Terwijl de monteur met grote stappen naar de bedrijfswagen loopt, dribbelt Zandvliet achter zijn redder aan: „Hij doet helemaal niets meer. Zo dood als een pier.”
Het duurt even, maar dan vindt Hunse het defect. „Kortsluiting in de ruitenwissermotor. Ik heb dit gedeelte nu uitgeschakeld. De rest doet het weer. Om de ruitenwissers weer te kunnen gebruiken, moet u zo snel mogelijk naar de garage”, klinkt de diagnose. De sneeuw wordt van de schoenen geklopt en de Wegenwacht zwoegt weer over de besneeuwde achterwegen van Zandpol. Op weg naar Erica, waar mevrouw Beuker naast haar auto staat te wachten, omdat deze niet wil starten.