De politierechter behandelt donderdag de zaken tegen in totaal negen verdachten. Tegen een van hen is de zaak aangehouden.

Wagensveld wilde op de bewuste dag een koran in brand steken. Hij had toestemming voor zijn demonstratie. Volgens het OM had de politie die dag de plicht hem te beschermen. De actie leidde tot een tegendemonstratie. De politie riep de tegendemonstranten op naar het Willemsplein te gaan, maar daaraan gaven zij geen gehoor.

Toen de koranverbranding zou worden uitgevoerd, werd Wagensveld belaagd door een groep tegendemonstranten, die door de linie van de ME was gebroken. Wagensveld raakte gewond, evenals drie agenten. Een van hen heeft schadevergoeding geëist, die volgens het OM moet worden toegewezen. Twee verdachten verklaarden voor de rechter dat zij werden gedreven door emotie. Zij wilden hun „stem laten horen”. Een van de verdachten zou, nadat hij door de ME-linie was gebroken, een soort karatetrap in de richting van Wagensveld hebben gemaakt, maar dat ontkende hij. Hij had de koran van de Pegidavoorman willen „afpakken”, verklaarde hij.

De officier van justitie zei de emoties op zichzelf „begrijpelijk” te vinden, „maar geweld is op geen enkele wijze te rechtvaardigen”. De aanklager benadrukte dat de politie die dag „een uiterst belangrijke pijler van de democratie” beschermde, „namelijk het demonstratierecht”. De overheid beschermde niet „de mening en het standpunt” van Wagensveld, maar uitsluitend diens persoon, aldus de officier. Hij vroeg de rechter een door Wagensveld ingediende schadeclaim van 1800 euro af te wijzen, omdat deze niet is onderbouwd.

De groep verdachten die donderdag voor de rechter staat varieert in leeftijd van 19 tot 39 jaar oud. Acht van hen komen uit Arnhem, een uit Groesbeek. De rechter doet aan het eind van de dag uitspraak.