Faber spreekt van asielcrisis, maar die is er wettelijk niet
„Nederland, we zitten in een asielcrisis”, zei minister Marjolein Faber van Asiel en Migratie woensdagochtend bij het Catshuis. Kamerleden van de PVV juichen het toe dat de bewindsvrouw en partijgenoot de asielcrisis zou ‘uitroepen’, maar Faber voegde er later op de dag aan toe dat zo’n crisis er niet wettelijk is. „Maar als ik dus kijk in de maatschappij, dan hebben we gewoon een crisis.”
Er wordt voorlopig nog niet gegrepen naar de tijdelijke asielcrisiswet die is aangekondigd in het coalitieakkoord, zo liet het ministerie van Faber al weten. Officieel is er dan ook niets uitgeroepen. Het gaat om een persoonlijke duiding van de minister. „Ik kan dat juridisch gaan uitroepen. Dan moet ik bepaalde juridische stappen nemen”, legt zij zelf uit. Er wordt op haar ministerie aan die plannen gewerkt. Rond Prinsjesdag wil zij met voorstellen hiertoe komen.
„De asielcrisiswet kost tijd. Dus dat gaat voor Prinsjesdag naar mijn overtuiging niet lukken”, zegt premier Dick Schoof hier later over. „We hebben daar echt even wat meer tijd voor nodig.”
In politiek Den Haag wordt de term asielcrisis sinds de zomer van 2022 weer geregeld gebruikt, omdat het aanmeldcentrum in Ter Apel toen al overvol was. Maar door de plannen uit het coalitieakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB krijgt de term wel een extra lading. De Europese Commissie heeft al eens gezegd dat het kabinet niet zomaar een asielcrisis kan uitroepen.
Aanleiding voor Faber om nu van een asielcrisis te spreken is een recent bericht van De Telegraaf over nareizigers. De krant berichtte dat er vorige maand bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) ruim 39.000 aanvragen voor nareis lagen. Hoeveel daarvan worden goedgekeurd is nog onduidelijk. „Alles zit bomvol”, reageert Faber. Wat ze gaat doen tegen de asielinstroom wilde de bewindsvrouw nog niet zeggen. Ze gaat er „zeker aan werken”, maar „ik zit aan de wet- en regelgeving nu vast”.
Met de asielcrisiswet zouden nieuwe asielaanvragen voorlopig niet in behandeling worden genomen, schreven de regeringspartijen eerder in hun hoofdlijnenakkoord. De opvang wordt „sterk versoberd”, afgewezen migranten worden sneller gedwongen uitgezet en de grensbewaking zou worden verscherpt.
Dat kan Nederland niet zomaar doen, waarschuwde de Europese Commissie vorige maand al. Daarvoor moet het kabinet aantonen dat het de opvangproblemen niet anders heeft kunnen oplossen, zegt de commissie, die toeziet op de Europese regels waaraan Nederland zich gebonden heeft.