Advies onderzoeker: dubbele blauwtongprik voor schapen en geiten
Boeren zouden hun schapen, geiten, koeien en alpaca’s twee prikken tegen het blauwtongvirus moeten geven. Dat adviseert onderzoeker Piet van Rijn van de universiteit in Wageningen. De tweede inenting moet volgens hem vier tot vijf weken na de eerste prik worden gegeven, zodat de dieren beter en langduriger beschermd zijn.
Het blauwtongvirus treft vooral schapen en geiten. Koeien worden er nauwelijks ziek van. Dat Van Rijn toch adviseert om runderen in te enten, heeft te maken met de mogelijke verspreiding van het virus. Koeien zijn volgens hem „een belangrijk virusreservoir”. Het virus wordt verspreid door knutten, piepkleine steekvliegjes, die blauwtong kunnen oppikken bij het steken van koeien. Vervolgens kunnen zij het overdragen naar andere dieren.
Het aantal besmettingen met blauwtongvirus is de afgelopen weken snel opgelopen. De teller staat donderdag op ruim 3800 getroffen locaties. Precies een maand geleden was het virus op bijna honderd plekken vastgesteld.
Na de uitbraak vorig jaar werden veel dieren ingeënt. Die vaccins zijn op dezelfde manier ontwikkeld als bij een uitbraak tussen 2006 en 2008. Dat de vaccins nu misschien minder beschermen dan toen, komt waarschijnlijk doordat de virusvariant nu „veel agressiever” is, aldus Van Rijn. Een vaccin tegen de huidige variant is pas sinds april beschikbaar.
Blauwtong veroorzaakt onder meer een blauwe tong, hoge koorts en zwellingen bij vee. Daardoor kunnen ze sterven. De ziekte treft vooral schapen, geiten, runderen en herten. Ook andere dieren kunnen een besmetting oplopen, zoals kamelen, lama’s, giraffen en okapi’s, maar het is onbekend of dat is gebeurd. Mensen kunnen het virus niet oplopen.