De gedagvaarde bedrijven zijn DHV Bouw en Industrie BV uit Amersfoort en NIBM Kraan- en Lifttechniek uit Waddinxveen. Officier van justitie A. Tubbing verwijt DHV dat het funderingsblok waarop de kraan stond te klein is berekend. NIBM maakt ze het verwijt dat de vereiste afmetingen van het blok niet zijn gecontroleerd.

De torenkraan viel om bij het opbouwen. De overleden slachtoffers waren een kraanbouwer en de kraanmachinist. Beiden kwamen vast te zitten in de brokstukken en overleden op weg naar het ziekenhuis. De man die zwaargewond raakte, was ook een kraanbouwer.

Aannemer Van Bergen BV uit Beuningen is eerder vrijgesproken in deze zaak. De rechtbank achtte niet bewezen dat Van Bergen het ongeval had kunnen voorkomen door grondverbetering toe te passen.

Advocaat W. Dols vroeg ook vrijspraak voor NIBM, leverancier van de torenkraan. Volgens hem is het niet de taak van NIBM om te controleren of een funderingsblok groot genoeg is. De medewerkers van de leverancier op de bouwplaats hebben daarvoor ook niet de kennis in huis, zo was het betoog.

Ingenieursbureau DHV kan evenmin een strafrechtelijk verwijt worden gemaakt, zo stelde advocaat R. Milo. Hij weersprak de stelling van de officier van justitie dat DHV de veiligheidsrisico’s te laag heeft ingeschat en op grond daarvan een te licht funderingsblok heeft berekend.

De rechtbank doet uitspraak op 16 maart.