Overijssel vergadert in ‘dialectmaand’ in het Nedersaksisch
De provincie Overijssel houdt volgend jaar een Statenvergadering deels in het Nedersaksisch, een officieel erkende streektaal. Dat moet gebeuren in maart, de maand van het dialect. Het is de bedoeling dat de stukken die dan besproken worden, in twee talen worden aangeleverd: in het Nederlands én het Nedersaksisch.
Een meerderheid van de Provinciale Staten nam een motie aan van JA21 die hiertoe opriep. Statenleden en gedeputeerden die hun inbreng in het Nedersaksisch willen doen, moeten dan wel vooraf ook een Nederlandse versie hiervan aanleveren zodat het voor iedereen te volgen is. De Overijsselacademie, het kenniscentrum voor regionale geschiedenis, Nedersaksische taal en cultuur, heeft volgens JA21-Statenlid Ingeborg Hoogveld al aangegeven kosteloos de vertalingen te willen doen.
„We werken hier graag aan mee”, zei gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher (erfgoed, SGP). Hij deed dat, tot hilariteit van de aanwezigen in de Statenzaal, in een vorm van het Nedersaksisch. Volgens Ten Bolscher is dit „een taal die het hart raakt”. Ongeveer 1,5 miljoen Nederlanders, vooral in het noorden en oosten, spreken een vorm van deze regionale taal. Binnen het Nedersaksisch zijn tientallen verschillende dialecten.