In Biosfeergebieden draait alles om vrijwillige samenwerking. Unesco omschrijft ze als „proeftuinen voor duurzame ontwikkeling”. Het nieuwe label betekent niet zozeer dat de natuur daar nu strikter wordt beschermd.

Het idee achter deze gebieden is om er te „onderzoeken hoe mens en natuur ook in de toekomst in evenwicht kunnen samenleven”. Wereldwijd zijn er al 739 Biosfeergebieden. Nederland telde er tot dusver één: het cultuurlandschap van de Maasheggen, op de grens van Brabant en Limburg.

Kempen~Broek is een lappendeken van verschillende landschappen: bos, hei, beken en moerassen worden afgewisseld door akkers en graslanden. „Het Kempen~Broek is relatief onbekend, wat gezien de waardevolle natuur eigenlijk verrassend is”, zegt ARK Rewilding. Die organisatie is op grote schaal in het gebied actief met het herstellen van ecosystemen. Dat gebeurt onder meer door gebieden beter met elkaar te verbinden en te vergroten met grondaankopen voor natuurontwikkeling. Volgens ARK wordt het gebied door de verkregen status ook meteen een „sterk merk”.