Op het eiland Lewis kwamen opeens veel jongens tot geloof
Lewis werd in het verleden rijk gezegend met geestelijke opwekkingen. En nog altijd vormt het eiland in de Buiten-Hebriden het hart van de Schotse Biblebelt, al vertoont het „laatste bolwerk” inmiddels ook wat haarscheurtjes.
De Britse omroep BBC zond eind jaren zeventig de serie The Last Stronghold of the Pure Gospel (”Het laatste bolwerk van het zuivere Evangelie”) uit, over het geestelijk leven op Lewis. Het is waar: op het eiland voor de Schotse westkust wonen naar verhouding veel behoudende christenen. Maar ook daar heeft de tijd niet stilgestaan.
John Macleod (58), lid van de Free Presbyterian Church in Stornoway, de hoofdstad van de Western Isles, is commentator bij de Scottish Daily Mail en zoon van de vorig jaar overleden prof. Donald Macleod , oud-rector van het Free Church College in Edinburgh. Hij weet van de hoed en de rand: in 2008 verscheen zijn boek ” Banner in the West ”, een „geestelijke” geschiedenis van de eilanden Lewis en Harris, van de aarzelende komst van het christendom in –waarschijnlijk– de zesde eeuw tot een opmerkelijke geestelijke herleving onder schoolkinderen, vooral jongens, in 2005. Opeens begonnen twaalf- en dertienjarigen ook de doordeweekse ”prayer meetings” (gebedsbijeenkomsten) bij te wonen, terwijl die vanouds alleen werden bezocht door christenen die „verzekerd” waren van hun geloof en aan het Heilig Avondmaal deelnamen.
Macleod, deze vrijdag in juni gekleed in een zwart-grijs gestreepte broek met bijpassend vestje, ontvangt zijn gast bij restaurant Cleavern, net buiten het centrum van Stornoway. Hij legt zijn zwarte bolhoed op een stoel, bestelt Schotse ”black pudding” (een soort bloedworst) en zegt dat het eiland Lewis pas laat een behoudend christelijk karakter kreeg. „De Schotse Reformatie was in 1560, maar het duurde nog tot het begin van de negentiende eeuw voordat er evangelicale predikanten naar Lewis kwamen. De eilandbewoners spraken Gaelic en kregen pas in 1811 een Bijbel in hun eigen taal. Onderwijs en alfabetisering waren belangrijk voor de verspreiding van het Evangelie, dat in zichzelf natuurlijk al een verbazingwekkende kracht heeft.”
Heilig Avondmaal
In Ness, wat verder noordwaarts op het eiland, vertelt een klein museum de geschiedenis van de streek, van boeren en vissers die vochten voor een bestaan. Er staat een landbouwwerktuig, een korf om gevangen kabeljauw en heilbot te vervoeren, en een weefgetouw voor de wol van de Harris tweed. Een stenen kruis uit de tiende of elfde eeuw –niemand weet het precies– laat zien dat het christelijk geloof bepaald geen nieuwigheid is op het winderige eiland.
In een vitrine, even verderop, liggen metalen plaatjes met daarop een Bijbeltekst: „Doe dit tot Mijn gedachtenis.” Wie aan het Heilig Avondmaal wil deelnemen, krijgt er een op zaterdagavond en levert die op zondag net voor de ”communion” bij de dienstdoende ouderling in. De traditie is nog springlevend.
De ”communion season”, een serie samenkomsten op donderdag tot en met maandag rond de viering van het Heilig Avondmaal, is wel op haar retour. Moderne mensen hebben geen tijd meer voor zo veel zelfonderzoek en dankzegging. Al beleggen sommige kerken nog steeds bijeenkomsten voor de voorbereiding (op zaterdag) en de nabetrachting (op maandag).
Aan een muur van het museum hangt een zwart bord met gouden letters, waarop de Church of Scotland haar diensten aankondigt. Iedere zondag twee in het Gaelic en twee keer per maand een Engelse. „Iedereen is uitgenodigd.”
Nu zijn de rollen omgedraaid, zegt Macleod. Spraken begin jaren tachtig nog ruim acht op tien inwoners Gaelic, nu is dat percentage geslonken tot zo’n 40 procent. Veel jongeren trekken weg, terwijl mensen van ‘buiten’ op het eiland aan de westkust van Schotland komen wonen. Daarmee wordt de Biblebelt „uitgehold”, vindt hij. „Televisiegebruik, waardoor dag en nacht een seculiere en vaak zeer antichristelijke boodschap de huizen binnenkomt”, doet volgens hem ook geen goed. „En, ik weet dat het controversieel is: werkende vrouwen dragen ook bij aan de secularisatie, omdat ze minder vaak thuis zijn voor de kinderen.”
Al gaan er in Stornoway minder mensen naar de kerk dan vroeger, toch beschouwen de meesten de dag des Heeren nog steeds als een rustdag. „Een campagne om in het plaatselijke kunstcentrum op zondag een bioscoop te openen, kreeg lokaal geen steun. En de bakker die op zondag open was, Blackhouse Bakery, heeft vorig jaar zijn deuren gesloten. Mensen gaan op de dag des Heeren toch niet zo snel de straat op.”
Psalmen
In veel kerken op het eiland klinken zondags alleen psalmen, zonder begeleiding van een muziekinstrument. Een erfenis van de Reformatie, zegt Macleod, en hij is er blij mee. „Een van de geweldige kanten van de psalmen is dat ze een heel scala aan emoties raken. Verdrietige christenen, bittere christenen, overstuurde christenen, depressieve christenen – voor elk van hen is er wel een psalm. Soms klinken ze donker, maar altijd zijn ze eerlijk. Dat mis ik in veel moderne hymnes.”
„Psalmen klinken soms donker, maar altijd zijn ze eerlijk” - John Macleod, Schotse journalist
Op Lewis vonden in het verleden verschillende opwekkingen plaats. Zou er opnieuw een kunnen komen? „Zeker, maar alleen bij de gratie van God. Dat is één factor. Daarnaast was er, vooral vroeger, een cultuur van hoog kerkbezoek en breed respect voor het Evangelie. In een plattelandsgemeenschap valt de kracht van het Woord snel op, bijvoorbeeld in het leven van de plaatselijke dronkaard. In een goudvissenkom kun je alles goed zien.”