Studie: dure huizen deels verantwoordelijk voor daling geboorten
Dat het geboortecijfer sinds 2010 dalende is in Nederland lijkt onlosmakelijk verbonden met de gelijktijdige stijging van de huizenprijzen. In regio’s waar de huizenprijzen het sterkst zijn gestegen nam het geboortecijfer het meest af. Dat stelt een donderdag verschenen studie van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI).
Het geboortecijfer is in de afgelopen 15 jaar sterk gedaald in Nederland. Het aantal kinderen per vrouw is afgenomen van 1,80 in 2010 tot 1,49 in 2022. Voorlopige cijfers voor 2023 laten een verdere daling zien naar 1,43 kinderen per vrouw. Dit is het laagste geboortecijfer sinds de Tweede Wereldoorlog, schrijft demograaf Daniël van Wijk in de studie.
In de regio Groot-Amsterdam, waar de huizen het duurst zijn, viel die trend het meest op. Tussen 2010 en 2022 nam het aantal kinderen per vrouw er af van 1,64 naar 1,23, oftewel 0,4 per vrouw. In Zuid-Limburg en Oost-Groningen zijn huizenprijzen juist minder sterk gestegen. Daar daalden het geboortecijfer slechts met 0,2 kind per vrouw (van 1,53 naar 1,34).
Deze resultaten tonen volgens de studie, waar ook de Volkskrant donderdag over bericht, dat er inderdaad een verband bestaat tussen stijgende huizenprijzen en dalende geboortecijfers. Voor alle veertig bestudeerde regio’s blijkt dat een stijging van de huizenprijzen van 100.000 euro samenhangt met een daling van het kindertal van tussen de 0,03 en 0,06 kinderen per vrouw.