Het akkoord zou een einde maken aan de tweespalt over de snelle trein die in 2007 tussen Amsterdam en Parijs via Brussel gaat rijden. De reistijd op Belgische bodem dreigt een kwartier langer dan gepland te duren. Bovendien zinspeelde Vande Lanotte erop Breda en Den Haag toch maar niet aan te haken op de hsl, omdat dit te kostbaar zou zijn. De Tweede Kamer was daar zo kwaad over dat ze dreigde dwars te gaan liggen bij ander overleg, zoals de uitdieping van Westerschelde die voor Antwerpen belangrijk is.

Peijs ontmoet dinsdag haar Vlaamse collega Peeters om dat Schelde–overleg af te ronden. Met Vande Lanotte heeft zij op 28 januari en 10 februari „zakelijke en constructieve” gesprekken gehad. „Men is bereid over alle issues met ons te praten”.

Samen met de Nederlandse HSA en de Belgische spoorwegen (NMBS) wordt de bediening van Breda en Den Haag bekeken. De vervoerders hebben berekeningen gemaakt, maar er is nog geen overeenstemming over de verdeling van de kosten, aldus Peijs.

Wat de reistijd betreft, bekijken volgens haar beide partijen waar in België voorrang te verlenen is en welke infrawerkzaamheden versneld aangelegd kunnen worden, zodat de hsl–treinen zo spoedig mogelijk in Brussel kunnen komen. Volgens bronnen zou de vertraging tussen Antwerpen en Brussel in plaats van een kwartier tot de helft beperkt blijven. Bovendien zouden hsl–treinen met eindbestemming Brussel ook kunnen stoppen op Brussel Centraal. Dat is gunstiger voor Nederlanders: het station sluit aan op veel metrolijnen en ligt dichtbij de Europese wijk en de Grote Markt. Minister Peijs heeft in maart een nieuwe afspraak met Vande Lanotte. Verkeer en Waterstaat wil over precieze datum en lokatie niets kwijt.