D66-Kamerlid Jan Paternotte denkt dat het een „bestuurlijke janboel”wordt wat Omtzigt voorstelt, iets wat hij „atypisch” vindt voor de partijleider van NSC. De premier wordt immers al naar Brussel gestuurd met nationale wensen, en het loopt door elkaar als ook de Eurocommissaris vooral een Nederlands geluid uitdraagt, redeneert hij. Volt-leider Laurens Dassen noemt het „zeer onwenselijk” als een commissaris zich aan nationale afspraken moet houden. CDA-fractievoorzitter Henri Bontenbal vindt het „gek” als landen dit van hun commissarissen vragen, temeer omdat de termijn van een Eurocommissaris vaak langer is dan die van een nationale regering.

Omtzigt vindt het op zijn beurt juist gek als Nederland iemand afvaardigt wiens landbouwvisie haaks staat op die van de nationale regering. Hij denkt dat er dan geheid een conflict ontstaat tussen de commissaris en het Nederlandse kabinet. De NSC-leider wil dat de regering iemand afvaardigt die langs dezelfde lijnen denkt. Eenmaal geïnstalleerd is de commissaris volledig onafhankelijk, verklaart Omtzigt. „Sommige commissarissen worden ineens een stuk groener dan ze hier zijn”, verwijst hij naar Eurocommissaris voor Klimaatactie Wopke Hoekstra. Hij vindt het goed dat een nationale regering niet zijn commissaris gaat controleren na installatie.