Aspirant-minster Bruins vindt langstudeerboete ‘te verdedigen’
De aankomend minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) vindt het „te verdedigen” dat in het hoofdlijnenakkoord staat dat langstudeerders een boete moeten betalen. Studeren blijft relatief goedkoop in Nederland vergeleken met andere landen, vindt hij. Volt-leider Laurens Dassen komt na een eigen inventarisatie tot de conclusie dat één op de drie beoogd bewindslieden als student de boete hadden moeten betalen, als die destijds had bestaan.
Dat ze zo lang hebben gestudeerd, vindt Dassen overigens geen enkel probleem. „Want ze hebben zichzelf kunnen ontwikkelen, kunnen ontplooien.” Die lange studie heeft er ook toe bijgedragen dat de aankomende kabinetsleden deze plek hebben kunnen bereiken, vermoedt de politicus. De langstudeerboete ontneemt studenten volgens Dassen de mogelijkheid om zich te ontwikkelen.
Bruins verdedigt dat studenten enig respijt wordt geboden omdat zij een jaar langer over hun studie mogen doen. Hij vindt het „te dragen” dat studenten een boete moeten betalen als ze meer tijd nodig hebben. Hij vindt wel dat het welzijn van studenten in de gaten moet worden gehouden. Dat is een van de zorgen van critici van de langstudeerboete.
De coalitie wil de langstudeerboete in 2026 invoeren. Dat moet de schatkist op den duur ruim 280 miljoen euro per jaar opleveren.