Levenslang geëist voor moord op tbs’er
Het openbaar ministerie (OM) in Arnhem heeft vrijdag een levenslange gevangenisstraf geëist tegen de 45-jarige F.B. wegens moord op een mede-tbs’er. B., die met tbs in de Pompekliniek verbleef, wordt ervan verdacht op 4 december 2003 zijn 53-jarige medepatiënt te hebben gedood door hem levend te begraven naast de inrichting.
B. werd in 1996 veroordeeld tot acht jaar cel en tbs wegens het doden van zijn nichtje. Hij mocht de laatste tijd al geregeld met onbegeleid verlof.
De Nijmeegse Pompekliniek kreeg meteen argwaan toen het slachtoffer werd vermist. De man stond bekend als nauwgezet, iemand die zich keurig aan afspraken hield. De politie begon een uitgebreid onderzoek. Pas in maart ontdekten rechercheurs een graf vlakbij de Pompekliniek. Sectie toonde aan dat de man levend was begraven. Hij had gebroken ribben, vermoedelijk omdat hij eerst was geslagen.
Het slachtoffer zou B. 500 euro hebben betaald omdat deze een afspraakje voor hem zou regelen. Dit vernam de politie van een patiënt van de Pompekliniek. Vervolgens bleek dat de verdachte enkele uren vóór de verdwijning van het slachtoffer een schop had gekocht. Verder werd de mobiele telefoon van het slachtoffer gevonden bij de vriendin van B.
B. ontkende vrijdag voor de rechtbank dat hij iets te maken had met de dood van het slachtoffer. De mobiele telefoon zou hij via een tussenpersoon hebben gekregen. Ook vertelde hij de rechters verhalen over mannen die hem bedreigd zouden hebben. Maar volgens het OM zijn deze verhalen vooral bedoeld om een rookgordijn op te trekken. De officier van justitie wees de rechtbank erop dat B., toen hij werd verdacht van het doden van zijn nichtje, ook fantasierijke verhalen vertelde die hij steeds opnieuw aanpaste. Deskundigen bestempelen B. als een egoïstisch persoon met een beperkte gewetensvorming.
B. en zijn raadsman J. Schnitzler betoogden dat diverse technische onderzoeken geen belastend materiaal hebben opgeleverd. Daarbij zou B. wegens een spierziekte niet eens in staat zijn om een graf te delven. Volgens het OM is B. echter een levensgevaarlijke man die erin is geslaagd vanuit de TBS-kliniek opnieuw een delict te plegen.
Uitspraak 11 maart.