Onderzoek naar inburgering van statushouders zonder eigen woning
De Inspectie Justitie en Veiligheid (J&V) onderzoekt samen met drie andere diensten de inburgering van mensen die in Nederland mogen blijven, maar door de krapte op de woningmarkt nog in een asielzoekerscentrum wonen. Doordat deze statushouders niet door kunnen stromen naar een eigen huis in een gemeente, blijkt dat het „lastig wordt” te starten met de inburgering, omdat een gemeente hen hierin zou moeten begeleiden, ziet de inspectie.
Als iemand na de asielprocedure te horen krijgt dat hij in Nederland mag blijven, zou binnen veertien weken een huis gevonden moeten zijn. Die persoon verlaat dan de opvang van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), en de gemeente helpt vervolgens met het starten van de inburgering. Zo kan de statushouder snel meedoen in Nederland, wat de integratie bevordert, is het idee.
Door het woningtekort blijven mensen langer in een azc van het COA. Na het verkrijgen van de verblijfsvergunning wachten statushouders gemiddeld veertig weken op een woning. Het COA begeleidt de inburgering nu de eerste veertien weken, maar wie dat daarna moet doen en hoe, is onduidelijk. De inspectie onderzoekt samen met de Arbeidsinspectie, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en Onderwijsinspectie „wat de praktische (on)mogelijkheden van het COA zijn in de langdurige opvang en begeleiding van statushouders”, aldus J&V.