Zonder geld uit Den Haag zet Overijssel het PPLG op pauze
De provincie Overijssel stopt voorlopig met de uitwerking van plannen voor het landelijk gebied. Overijssel zou de komende maanden werken aan een update van het vorig jaar opgestelde Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). Nu het miljardenfonds dat het Rijk hiervoor zou opzetten, er niet lijkt te komen zet de provincie de gesprekken op pauze.
„Zonder knaken geen taken”, zegt gedeputeerde Maurits von Martels (landbouw en natuur). „Daarom hebben we het PPLG maar even ‘on hold’ gezet. We wachten af wat er op ons af komt.”
De BBB’er besprak woensdagochtend met zijn collega-gedeputeerden uit andere provincies de gevolgen van het hoofdlijnenakkoord dat PVV, VVD, NSC en BBB twee weken geleden presenteerden. Daarin staat dat het transitiefonds van ruim 20 miljard euro, dat er zou komen voor de aanpak van het landelijk gebied, wordt ingetrokken. Wat dat precies betekent voor de doelen op het gebied van water, stikstof, klimaat en natuur, waar de provincies al enkele jaren plannen voor maken, blijft voorlopig onduidelijk. Daar moet het nieuwe kabinet over beslissen.
„De transitiegelden zijn weg, dat is zeker”, aldus Von Martels. „De afgelopen jaren hebben we veel mooie verhalen gehoord over geld dat er zou komen, maar er kwam nooit wat. Als alle doelen overeind blijven, dan zal de overheid met meer generieke maatregelen moeten komen.” Dat zijn algemene maatregelen in plaats van maatwerk per gebied.
Overijssel had vorig jaar een bedrag van ruim 5 miljard euro gekoppeld aan de plannen die zijn opgenomen in de eerste versie van het PPLG. Geld uit Den Haag is er echter nog amper gekomen. Vooralsnog heeft de provincie de maatregelen zelf moeten bekostigen. Het kabinet stelde begin dit jaar wel de eerste 1,28 miljard euro beschikbaar voor alle provincies, bedoeld voor hun meest concrete projecten. Overijssel verwacht daarvan 142 miljoen euro te krijgen. „Dat is nog niet 100 procent zeker, maar daar ga ik wel van uit”, aldus Von Martels.
Overijssel gaat voorlopig door met de zogeheten koploperprojecten en de lopende gebiedsprocessen. „Het zou te gek voor woorden zijn om alles wat we de afgelopen jaren hebben opgebouwd in één keer overboord te kieperen”, aldus de gedeputeerde. „We blijven altijd werken aan de toekomst van het landelijk gebied. Nu noemen we dat PPLG, maar misschien moeten we er wel een andere naam op plakken. Bijvoorbeeld TOP: Toekomst Overijssels Platteland.”