Defensie zegt de komende jaren veel meer ruimte nodig te hebben, voor uitbreiding van bestaande locaties, maar ook nieuwe plekken om te oefenen en munitie op te slaan. Er zal bijvoorbeeld vaker getraind worden op laagvliegen met helikopters, straaljagers en drones. Daar kunnen veel mensen last van krijgen, waarschuwt de Commissie mer. Het is daarom zaak niet alleen te kijken waar ruimte beschikbaar is, maar ook welke andere belangen daar in het gedrang kunnen komen.

„Iedereen snapt dat je geen laagvliegroutes boven steden als Rotterdam of Groningen moet inplannen”, zegt voorzitter Hans Mommaas van de Commissie mer. „Maar in de afweging waar dan wél, moet je de gevolgen voor het milieu en leefomgeving nadrukkelijker meewegen. Dat is onze boodschap.”

Defensie zegt te kijken naar de „minimale behoefte” aan extra ruimte. Dat is nodig om de militairen optimaal te trainen voor het gevecht, zei luitenant-generaal Elanor Boekholt-O’Sullivan dinsdag in de Tweede Kamer. Volgens haar ligt de prioriteit vooral bij laag vliegen, landingsplaatsen voor helikopters en vliegen met jachtvliegtuigen. Ook een nieuwe centrale kazerne is van groot belang voor de landmacht.

Verder moet de opslag van munitie versneld worden. „De bunkers zijn op een gegeven moment vol”, aldus de luitenant-generaal. Ook ligt er nog oude munitie in opslag die moet worden afgevoerd. Defensie heeft sinds de inval van Rusland in Oekraïne in februari 2022 al voor 2,5 miljard euro aan munitie besteld.

Op de plannen van Defensie zijn meer dan 2000 reacties binnengekomen van burgers, bedrijven en instanties. Veel bezwaren hebben betrekking op op vliegbewegingen van gevechtsvliegtuigen en helikopters, aldus Boekholt-O’Sullivan. Wel merkt ze dat het besef is gegroeid dat Defensie meer ruimte nodig heeft. Bij bestuurders ziet het ministerie veel draagvlak voor de plannen.

In het tweede kwartaal van volgend jaar moet het kabinet een besluit nemen over de uitbreiding.