Constructeursvereniging wacht onderzoek naar hellingen garage af
Onderzoek kan uitwijzen welke constructie bij de hellingbanen van de parkeergarage van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein is gebruikt, of die vaker wordt toegepast en waar dan, zegt Bob Gieskens, directeur van de Vereniging Nederlandse Constructeurs. Zondagavond begaven de hellingen van de zes verdiepingen tellende parkeergarage het.
„Dat bepaalt of er ook onderzoek gedaan moet worden naar andere parkeergarages”, zegt hij. Gieskens vindt het veel te vroeg om iets te zeggen over de mogelijke oorzaak van de instorting. Bij andere instortingen is een ontwerp-, bouw- of onderhoudsprobleem of een combinatie van die drie vaker de oorzaak, zegt hij wel.
In 2017 werden de vloeren van de parkeergarage in Nieuwegein nog onderzocht, na de instorting van een parkeergarage bij Eindhoven Airport. In beide garages is eenzelfde vloerconstructie gebruikt, maar dat staat los van de op- en afritten tussen de verschillende verdiepingen, benadrukt Gieskens. „Een hellingbaan is geen vloer.”
Ook Wico Ankersmit, directeur van de Vereniging Bouw- & Woningtoezicht Nederland, zegt nadrukkelijk dat een vergelijking met de instorting bij Eindhoven Airport niet opgaat. Hij zegt dat de gedeeltelijke instorting in Nieuwegein meer lijkt op de deels ingestorte parkeergarage in Wormerveer in 2018. Daar bleek de slecht gelaste staalconstructie van de hellingbaan het probleem.
De op- en afritten in een parkeergarage krijgen veel te verduren, legt Ankersmit uit. Die worden intensief gebruikt en zijn de drukste plekken in een parkeergarage. Maar dan nog mag dit niet gebeuren, aldus Ankersmit. Dat auto’s steeds zwaarder worden is volgens de directeur bovendien waar, maar ook dat mag de oorzaak van het incident niet zijn. „Het ontwerp moet sterk genoeg zijn, ook al staat de hele hellingbaan vol met zware auto’s”, aldus Ankersmit.
Hij noemt het „bijzonder” dat er weer een incident bij een parkeergarage plaatsvindt. „Ieder incident is een bepaalde waarschuwing om te kijken: waar gaat het mis?”