Bedreiging om geld in buitenlandse cel
Nederlanders in buitenlandse gevangenissen lopen risico’s omdat zij van het ministerie van Buitenlandse Zaken een maandelijkse gift van 30 euro krijgen voor noodzakelijke uitgaven.
Dat bedrag is in sommige landen zo hoog dat de Nederlanders rond de betaaldag bedreigd worden door medegevangenen en zelfs door cipiers. Ook is er sprake van afpersing en diefstal.
Dat meldt de Algemene Rekenkamer in een rapport dat donderdag aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. De Rekenkamer adviseert de Kamer om de toelage voor gevangenen in arme landen -voor hun eigen bestwil- te verlagen. In rijkere landen zou de toelage wel omhoog kunnen, aldus de Rekenkamer.
De maandelijkse gift werd in 2001 ingevoerd na een motie van de Tweede Kamer. Die wilde dat gevangenen in elk geval genoeg geld hebben voor een telefoontje naar huis, medicijnen, sigaretten of bijvoorbeeld nieuw ondergoed.
Maar het bedrag blijkt een fortuin in gevangenissen in landen als Thailand, de Dominicaanse Republiek, Venezuela of Suriname. De Rekenkamer stelt voor om de gift te indexeren en te variëren per land. Minister Bot van Buitenlandse Zaken gaat de mogelijkheid van indexering onderzoeken.
Het Rekenkamer-rapport over gedetineerden in het buitenland is een vervolg op een onderzoek uit 2000. Het aantal Nederlanders in buitenlandse cellen blijft toenemen. Bij de laatste peiling van februari waren het er 2362, ruim 200 meer dan zomer vorig jaar. Ongeveer 80 procent van hen zit vast wegens drugssmokkel of drugsbezit. In Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Marokko zitten overigens de meeste Nederlanders gevangen.
De Rekenkamer constateert dat het zelden de grote jongens zijn die voor drugssmokkel vastzitten in het buitenland. Het zijn praktisch altijd koeriers. De Rekenkamer is tevreden over de aandacht die ambassades aan gevangenen besteden. Ze worden overal bezocht, al verschilt ook dit per land. De Rekenkamer heeft daar begrip voor omdat in sommige landen de ambassade zich op uren rijden van de gevangenis bevindt.