Voor het eerst noemt meerderheid Schotse bevolking zich niet-religieus
Voor het eerst in de geschiedenis van Schotland noemt een meerderheid van de bevolking –51,1 procent– zich niet-religieus.
Dat blijkt uit de resultaten van ”Scotland’s Census”, een tienjaarlijks bevolkingsonderzoek.
Het deze week gepubliceerde rapport laat zien hoe de Schotse bevolking is samengesteld op het punt van religie, etnische groeperingen, landen van herkomst, nationale identiteit en taal. „Deze statistieken laten zien hoe Schotland, zijn bevolking en zijn cultuur veranderen. Kernthema’s vormen migratie en Schotlands ouder wordende bevolking”, aldus het rapport. In het peiljaar 2022 telde het land 5.436.600 inwoners.
In 2011, toen de vorige Census verscheen, gaf nog 36,7 procent van de Schotse bevolking aan tot geen religie te behoren. In 2001, toen hierover voor het eerst een vraag werd gesteld, lag dit percentage onder de 30. Overigens is het invullen van deze vraag niet verplicht; in 2022 liet 6,2 procent van de respondenten die onbeantwoord.
De toename van het aantal Schotten dat zich tot geen religie rekent, ging gepaard met een daling van het aantal mensen dat lid is van de Church of Scotland. In 2022 zei nog 20,4 procent van degenen die de Census invulden lid te zijn van de Schotse volkskerk, tegenover 32,4 procent in 2011 en 42,4 procent in 2001. Tussen 2011 en 2022 zag de Church of Scotland 610.000 mensen vertrekken, en tussen 2001 en 2022 meer dan een miljoen. Niettemin blijft het aantal Schotten dat lid is van de Kerk van Schotland de grootste groep onder de mensen die zeggen tot een religie te behoren.
Van de Schotse bevolking noemt verder 13,3 procent zich rooms-katholiek, 5,1 procent “anders christelijk” en 2,2 procent moslim. De Rooms-Katholieke Kerk in Schotland zag haar ledental sinds 2011 dalen met 117.700, de categorie ”anders christelijk” met 12.000. In dezelfde periode steeg het aantal moslims met 43.100.
Jongeren gaven in de Census vaker aan niet-religieus te zijn dan mensen in hogere leeftijdsgroepen. Toch steeg bijvoorbeeld in de groep 65-plus het aantal mensen zonder religie vanaf 2011 met 186.700: van 14,1 procent naar 28,6 procent.
Schotland is niet het enige land binnen het Verenigd Koninkrijk dat het aandeel mensen zonder religie sinds de eeuwwisseling zag toenemen. In Engeland en Wales lag het startpercentage echter wel lager. In 2001 rekende 14,8 procent zich hier niet tot een religie, in 2021 was dit toegenomen tot 37,2 procent. In Noord-Ierland waren deze percentages 13,9 procent in 2001 en 17,4 procent in 2021.
In Nederland rapporteerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) al in 2018 dat in het jaar ervoor „voor het eerst minder dan de helft van de Nederlanders van 15 jaar en ouder zich tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering rekende: 49,3 procent”.