Aanvankelijk wilde het kabinet vanaf 2006 minstens 280 miljoen euro besparen door onder andere de zogeheten kortdurende WW af te schaffen. Deze regeling geeft mensen die nog maar kort hebben gewerkt, zoals jongeren, recht op een uitkering bij ontslag. De vakbonden eisen dat deze werknemers ook in de toekomst recht op WW behouden. Om de bezuinigingen toch te halen, moet dan de duur van de WW omlaag.

Op termijn moeten de bezuinigingen op de WW oplopen tot jaarlijks circa 400 miljoen euro. Eerder zei minister Zalm van Financiën echter dat de besparing ook op de iets langere termijn gestalte kan krijgen als de SER de WW dusdanig verandert dat de wet voor de langere termijn houdbaar wordt.